'Het is naïef om te denken dat dit soort gebeurtenissen geen wig drijven tussen groepen in onze samenleving. Allereerst tussen zwart en blank'
Nu ook Albert Heijn zich van Zwarte Piet distantieert lijken de dagen van dit fenomeen geteld. Albert Heijn vertegenwoordigt immers mainstream Nederland. Als een bedrijf van dergelijke omvang een populair figuur uit haar reclames weert kan dat alleen maar worden uitgelegd als een enorme overwinning voor de tegenstanders van Zwarte Piet. De vraag is echter of dit wapenfeit op de lange duur nog steeds als overwinning zal gelden.
De kwestie is qua schaal en intensiteit weliswaar onvergelijkbaar met de Amerikaanse Burgerrechtenbeweging, maar de overeenkomst van een etnische minderheid die een meerderheid moet overtuigen legitimeert een vergelijking. En het grootste politieke succes van de Burgerrechtenbeweging wordt tevens gezien als het moment waarop haar droom uiteenspatte.
Verborgen discriminatie Op het moment dat Lyndon Johnson in 1964 de Civil Rights Act tekende en daarmee een eind maakte aan de juridische ongelijkheid van zwarten was dat voor velen nog maar het begin. De volgende stap was het opheffen van allerlei vormen van verborgen discriminatie en het inlopen van hun sociaal-economische achterstand.
Veel blanken hielden er echter een ‘not in my backyard’ houding op na. Ze steunden uiteraard Johnson’s hervorming, ook omdat deze dat presenteerde als het best denkbare eerbetoon aan zijn vermoorde voorganger John Kennedy. Maar hoewel blank en zwart op papier gelijk waren bleef het land in hoge mate gesegregeerd.
Als bijvoorbeeld een zwart gezin zich in een blanke wijk vestigde, daalden de huizenprijzen en verhuisden de blanken. Veel sociale wetgeving uit Johnsons War On Poverty werd na de voor hem slecht verlopen congresverkiezingen van 1966 teruggedraaid, ook met het oog op de stijgende kosten van die andere oorlog, die in Vietnam. Dat raakte de zwarte bevolking dubbel, want ook in Vietnam vocht een bovengemiddeld hoog percentage zwarte militairen.
Rassenrellen Nadat tussen 1965 en 1968 de rassenrellen steeds gewelddadiger werden en begonnen samen te vallen met anti-oorlogsdemonstraties op (blanke) universiteiten haakte een groot deel van de blanke middenklasse af bij de Democratische partij. Vervolgens vormden zij decennia lang de machtsbasis voor Republikeinse presidenten als Nixon, Reagan en Bush.
Velen van hen mag je gerust als racistisch typeren. Maar een groot aantal blanken was dat waarschijnlijk niet. Zij hadden gewoon genoeg van de rellen en het tempo waarin de samenleving veranderde. Velen hadden Kennedy en Johnson gesteund bij hun pogingen de zwarten politiek te emanciperen. Maar ze waren van mening dat iedereen zijn economische en sociale emancipatie zelf maar moest regelen. Dus zonder overheidshulp, net als alle andere Amerikanen. Overigens was dit ook de overtuiging van een zwarte artiest als James Brown.
Veel Nederlanders ervaren een soort ereschuld jegens medelanders die afstammen van slaven aan wie wij ons hebben verrijkt. Anderen geloven simpelweg in gelijke kansen. Velen hebben zich persoonlijk hard gemaakt voor gediscrimineerde collega’s, huis- of klasgenoten. Vaak ergerden ze zich aan rechtse politici of bedrijven als Shell die niets deden tegen bijvoorbeeld het Apartheidsregime.
Absurde gewaarwording Ikzelf ben gevormd door films als Cry Freedom, de vergevingsgezindheid van Mandela en mijn passie voor de jaren ’60, haar muziek en haar politieke iconen, waaronder de Kennedys en King. Het heeft me er uiteindelijk toegebracht te willen afstuderen op het thema Popmuziek en Rassenrelaties.
Voor velen die nog nooit enige sympathie hebben gevoeld voor welke vorm van racisme dan ook is het een absurde gewaarwording dat ze nu zelf worden ingedeeld in die categorie, dankzij hun genegenheid voor een in hun ogen onschuldige traditie.
Het is naïef om te denken dat dit soort gebeurtenissen geen wig drijven tussen groepen in onze samenleving. Allereerst tussen zwart en blank. Al zal heus niet elke zwarte Nederlander moeite hebben met Zwarte Piet , iedereen houdt er nu rekening mee dat er een onderwerp is dat we op feestjes of de werkvloer misschien maar even moeten mijden. In dat opzicht is de integratie dus geschaad. Tuurlijk, we blijven naar elkaar lachen, maar wat denken we echt?
White supremacy De nieuwe beleidskeuze van Albert Heijn is dan ook geen bewijs dat mainstream Nederland nu bekeerd is tot het geloof dat het Sinterklaasfeest voor white supremacy staat. Integendeel: mainstream Nederland wil gewoon rust in de tent, maar zal in stilte mokken dat hen iets in de schoenen is geschoven, waar ze juist tegen waren. Ze willen niemand voor het hoofd stoten, dus ze houden er over op, maar niet zonder wrok, en met minder begrip dan voorheen.
Door dit soort ervaringen wordt het moeilijker om een beroep te doen op de hogere instincten van het electoraat en een breed maatschappelijk front te smeden tegen racisme en onderdrukking. In de strijd tegen Zwarte Piet zijn deze begrippen namelijk te zeer uitgehold en opgerekt om nog hetzelfde effect te sorteren. Sterker nog: ze zijn ingezet tegen de mensen die dat front hadden moeten vormen. Dat is tragisch, want de reële achterstelling van minderheden is er niet minder om.