AirPods en de draadloze toekomst
• 17-09-2016
• leestijd 4 minuten
Niets veroudert sneller door technologie dan de technologie zelf
Als ik het woord draadloos hoor denk ik onwillekeurig meteen aan het tegenovergestelde, aan de spaghetti van kabels onder mijn bureau. Dat gebeurt natuurlijk vaker met woorden. Als op een verpakking staat ‘eerlijk’ ben je ook geneigd te denken dat er wel iets niet aan zal deugen.
Misschien heeft het daar mee te maken; draadloos is niet louter een technologie, het is een belofte, een toekomstvisie, zoals de jetpack, de pil die alle maaltijden overbodig maakt, de rollende trottoirs.
Ja, de kabeljungle onder mijn bureau is de afgelopen twintig jaar uitgedund als een Amazonewoud dat in handen valt van veeboeren. Maar hoe hard ik mijn best ook heb gedaan om de draadloze samenleving te realiseren, er lopen nog steeds kabels, vooral voor elektriciteit. Oké, de externe harddisk werkt verder draadloos, de printer ook, evenals de audioinstallatie. Het toetsenbord ook, en natuurlijk m’n trackpad, de opvolger van de muis zonder staart, volgens mij het eerste apparaat dat draadloos ging.
Maar veel kabels zijn niet verdwenen omdat de bijbehorende apparaten bluetooth of wifi kregen, maar omdat die als gadget overbodig zijn geworden. Ze zijn opgegeten door computer en smartphone: de webcam, de fotocamera, de cardreader, de usb-hub, de scanner, de video-converter, de radio, de cd-speler en ik zal er vast nog een vergeten. Dat verklaart meer over het uitdunnen van de kabeljungle onder mijn bureau dan draadloze techniek. Niets veroudert sneller door technologie dan de technologie zelf.
Nu komt Apple met AirPods, draadloze oortjes voor de iPhone. Het hoort bij de teloorgang van het merk dat de ‘wow!’ plaats heeft gemaakt voor ‘haha!’. Overal foto’s en clips van grappenmakers die er mee aan de haal gaan. Het floppen van de AppleWatch vorig jaar heeft de clowns bloed doen ruiken.
Draadloze koptelefoons bestonden natuurlijk al. Ik kocht er vorig jaar nog een omdat ik dacht dat het handig was om zo naar de muziek op m’n AppleWatch te luisteren. Die heeft immer geen jackplug-ingang, want draadloos. Maar helaas, ook dat bleek niet handig. Het kopiëren van songs naar het horloge gaat net zo snel als het opnemen van cassettebandjes. En de hoofdtelefoon is nogal fors uitgevallen. Het lijkt wel een halve valhelm. Met een blauw knipperend lampje om de draadloze verbinding aan te geven. In de sportschool had ik het idee dat ik er uit zag als Robocop, maar dan de rubberen versie.
Draadloze oortjes? Wie zit daar nou op te wachten, was een veelgehoorde reactie. Nou, om eerlijk te zijn: ik. Noem een draad in mijn leven en ik ben er over gestruikeld. De draadjes van mn oordopjes blijven achter het zadel hangen als ik van mn fiets stap, achter mn autogordelsluiting als ik uit de auto klim, bij de kassa waar ik ze uit doe uit respect voor de cassière raken ze in de war met bonuskaart en pinpas. Om nog maar te zwijgen van de knopen waarin ze zichzelf altijd op mysterieuze wijze in weten te krijgen. Alsof er onzichtbare buitenaardse wezens aan het werk zijn geweest. Hele volksstammen houden zich bezig met graancirkels en onderwijl negeert iedereen de knopencommunicatie.
In 2007 toen de eerste iPhone uitkwam, kwam Apple ook met een draadloze headset. Een enkel bluetooth dingetje dat je in je oor stak. Het zag er cool uit, in tegenstelling tot de kloeke bluetooth headsets van de concurrentie die al snel oogden als primitieve protheses. Maar ook dat Apple ding bleek verre van ideaal. Ik verloor het 129 dollar kostende kleinood vrij snel door het in mn broekzak te stoppen. Het was plots verdwenen, er uit gevallen. Een vriend nam een nieuw exemplaar uit de VS mee, want hier waren ze niet te krijgen. Als een echte draadloze gelovige heb ik het nog een tijdje geprobeerd, maar uiteindelijk ging ik terug naar de oortjes.
Een van de redenen daarvoor was dat het niet mogelijk bleek om met zo’n draadloos oortje te fluisteren. In de trein bijvoorbeeld ben ik gewend het microfoontje van mn oordopjes in mn handpalm te leggen en daar zachtjes tegen te praten. Op de fiets doe ik hetzelfde om het geluid van de wind tegen te gaan. Dat kan allemaal niet met een draadloos oortje. Of ze moeten er een draadloos microfoontje bij maken. In de vorm van een ring bijvoorbeeld. Ik hoor Tim Cook al kirren: juwelen!
Iedereen heeft het er ook over dat je de dopjes kwijt gaat raken. Ik weet niet of Apple dat standaard meelevert, maar daar bestaat een goede oplossing voor: een opbergbuideltje. Beats levert die bij oordopjes en sindsdien raak ik ze nooit meer kwijt. Al moet ik eerlijk bekennen dat ik wel het – lege – hoesje ben kwijtgeraakt. In plaats daarvan gebruik ik een lederen sleutelbuidel die ze voor een paar euro bij de Flying Tiger verkopen. Kan ik iedereen aanraden. Het voorkomt ook dat je kabeltjes al te zeer in de war raken.
Maar het grootste probleem met dopjes is denk ik toch wel dat je ze op moet laden. Ik bel en luister muziek uren per dag. Dat gaat vast niet goed en dan zul je zien dat met draadloze oortjes telefoongesprekken eindigen zoals ze vroeger begonnnen: hallo? hallo? En dan die spottende blikken van je medepassagiers in de trein. Priceless.
Ga ik AirPods kopen? Vast wel. Je moet immers wat over hebben voor vooruitgang.