Er is in ons land heel veel ruimte voor wilde dieren
Met ongeloof las ik op Facebook en Twitter over de zondag jongstleden geredde en vervolgens alsnog doodgeschoten wilde zwijnen. Als ik dan vervolgens uw reacties lees, dan weet ik dat mijn gevoel aansluit bij die van vele Nederlanders: het huidige beleid toe is aan verandering.
De afgelopen jaren zet ik, samen met vele collega’s onze kennis en kunde in bij om dit dodelijke beleid van tafel te krijgen. Niet voor niets organiseerde Natuurmonumenten in 2013 een achterbanraadpleging ‘wilde dieren’. De uitkomsten gaven ons een duidelijke boodschap mee. Er moet meer ruimte komen voor wilde dieren, en bezoekers aan natuurgebieden willen meer kans krijgen om wilde dieren te zien. Een andere opdracht van u aan Natuurmonumenten was om te kijken of het vangen en verplaatsen van dieren vaker een alternatief kan zijn voor afschot.
Veel natuurgebieden hebben ruimte voor nieuwe populaties, maar veelal kunnen de dieren daar zelfstandig niet komen. Mede omdat het Rijk grote delen van de verbindingszones tussen grote natuurgebieden heeft geschrapt. Bovendien hanteren veel provincies de zogenaamde nulstand: komt daar spontaan een hert of een zwijn aanlopen die alle barrières die we in dit land hebben opgeworpen heeft overleefd, dan krijgt het dier als ‘beloning’ de kogel.
Vangen is vaak het grootste probleem bij de verplaatsing van dieren. De Limburgse zwijnen van zondag waren al gevangen. Opvang en verplaatsing, zoals ook in 2011 al eens op deze plek had plaatsgevonden, kan rekenen op veel maatschappelijk draagvlak. Bovendien is in het huidige beleid geen ruimte voor afschot op zondag. Op dit moment zijn wilde zwijnen ook niet ziek of drager van overdraagbare ziekten als varkenspest, waardoor acuut afschot ter plaatse zoals nu heeft plaatsgevonden ook niet ter bescherming van landbouwhuisdieren te rechtvaardigen zou zijn geweest.
De plaatselijke jager, verbonden aan een faunawildbeheereenheid (FBE) miste elke grond om deze dieren af te mogen schieten. Dat dit toch heeft kunnen gebeuren, geeft aan dat deze instanties aan hervorming toe zijn. Immers als uitvoerende organisatie van het beleid zien we op meer plaatsen in het land dat er veel te snel afschot als middel wordt overgegaan en visie mist het anders te willen doen. Het beleid is veel te rigide. Via uw inbreng op onze achterbanraadpleging is duidelijk geworden dat eerst alternatieven als verplaatsing en rasters moeten worden ingezet om lokale ongemakken te voorkomen en als dat allemaal niet helpt, afschot altijd nog een laatste redmiddel kan zijn.
Als boswachter snap ik dan ook alle commotie die is ontstaan rondom deze ‘geredde’ en alsnog ter plaatse doodgeschoten zwijnen. Natuurmonumenten werkt aan het opheffen van het nulstandbeleid in vele provincies. Er is in ons land heel veel ruimte voor wilde dieren. Vele natuurgebieden zijn geschikt om als leefgebied te kunnen dienen, alleen beleid staat hun komst in de weg. Gelukkig lijkt provincie Drenthe in een nieuw flora en faunabeleidsplan een middenweg gevonden te hebben tussen absolute nultstand in de hele provincie, naar maatwerk en het toestaan van wilde dieren in grote natuurgebieden waar voldoende ruimte voor ze is. Vanuit meer visie, werken naar maatschappelijk gedragen oplossingen, daar zitten we allemaal met smart op te wachten. Helaas voor deze groep zwijnen veel te laat, maar wellicht voor een volgende overzwemmende groep zwijnen nog net op tijd.