Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Affaire-Ramesar is een systeemfout van de media

  •  
29-12-2014
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Het is maar de vraag of Ramesar een eenzaam geval van fraude is, of dat het vaker voorkomt – maar onopgemerkt blijft
De zaak van de verzonnen anonieme bronnen van Trouw-redacteur Perdiep Ramesar is vooral het bewijs dat er nog erg veel schort aan de interne organisatie van de redacties bij Nederlandse media.
Bij de zaak-Ramesar, de journalist van Trouw die de meeste van zijn artikelen bijeen verzonnen blijkt te hebben, komen een paar vreemde feiten aan het licht. Allereerst zeggen de gebeurtenissen veel over het professionalisme van het vakgebied, de journalistiek. Er is binnen Trouw kennelijk geen enkel systeem ontwikkeld voor kwaliteitsbewaking. En bij het AD, de vorige werkgever van Ramesar, evenmin. De hoofdredactie van Trouw gaat in een reactie op haar website diep door het stof, maar ik lees vooral geweeklaag en gebedel om begrip.
Ik zie geen enkel systeem waarmee de redactie haar eigen productie controleert voordat die aan de klant worden geserveerd. Ook niet in de goede voornemens die de Trouw-hoofdredactie na het voorval heeft geformuleerd. Dat komt niet veel verder dan een belofte dat redacteuren hun anonieme bronnen voortaan bij de hoofdredactie bekend moeten maken. Ook het feit dat wantrouwige collega’s wel vraagtekens hebben gezet maar verder niet zijn gehoord, is veelzeggend.
De redactiestaf had kennelijk weinig vertrouwen in de vermoedens van de collega’s. Ik vind dat erg mager voor een vakgebied dat haar legitimiteit volledig ontleent aan betrouwbaarheid en integriteit. Het is maar de vraag of Ramesar een eenzaam geval van fraude is, of dat het vaker voorkomt – maar onopgemerkt blijft.
Laag in de pikorde Ik wil hier geen luie vergelijking maken met de arts die zonder enig toezicht van buitenaf zijn vak mag uitoefenen (dat mag hij namelijk niet). Elke professionele organisatie die drijft op vertrouwen en betrouwbaarheid, dient een toegankelijk en stevig controle-systeem te hebben om de kwaliteit aan te toetsen. Dat begint bij de journalist die zijn stukje inlevert.
Ik denk dat het vrijwel ontbreken van kwaliteitscontrole alles te maken heeft met de journalistieke cultuur in dit land. De schrijvend journalist staat hier hoog in de pikorde, zijn creatieve vrijheid mag vooral niet worden ingeperkt door regeltjes en toezicht. Het geschreven woord is heilig: de eindredacteur is er alleen voor om de zaak netjes in de krant te krijgen, de kop te maken, en eventueel iets in te korten. Deze eindredacteur is vaak een wat oudere en anonieme collega die vaste werktijden prefereert. Ofwel is hij/zij een nog jonge collega die er vooral voor zorgt dat de pennevruchten van die hardwerkende journalisten met voldoende egards worden omgeven. De eindredacteur is hier dienstbaar aan de schrijver en zijn stuk. De hoofdredactie ziet van grote afstand toe, stuurt op hoofdlijnen, en zit verder vooral te vergaderen.
Joegoslavië Hoe onprofessioneel dit is, werd mij duidelijk toen ik in 1989 met een internationale groep collega’s in het toen nog verenigde Joegoslavië rondreisde. Ik voerde hier en daar wat gesprekken, maakte notities, en dat was dat. Intussen praatten we als collega’s voortdurend over onze gedachten bij dit gespannen land, waar je de brandende lont in het kruitvat overal al kon ruiken. Mijn BBC-collega, een aardige Ier die Patrick heette, bezag mijn aanpak met verbazing. Kon ik die quote die ik had genoteerd, nog eens even precies reproduceren? Nou, eeeh, niet heel erg letterlijk precies, nee. Maar wel de strekking. Dat ging er bij mijn BBC-collega niet in. Het moest letterlijk, of anders niet. En die persoon, wie was dat eigenlijk? Had ik zijn naam, functie, telefoonnummer?
Alleen al de gedachte aan contact met zijn editor maakte Patrick lichtjes nerveus. Want ja, die eindredacteur… Patrick diende eerst zijn verhaal te pitchen. Dat was geen sinecure: er zouden lastige vragen komen, en al die vragen moesten snel en goed worden beantwoord. Anders: geen verhaal. En kwam dat groene licht er? Dan diende het stuk de afgesproken lijn te volgen. Bovendien, dat sprak vanzelf, zou Patrick een lijstje moeten toevoegen met namen en telefoonnummers van alle gesproken bronnen. Bij elke bron, anoniem of niet, diende ook te worden aangestipt welke informatie deze persoon had aangeleverd. De eindredacteur in Londen zou te allen tijde in staat moeten zijn om een fact-checker aan het werk te zetten en de bron te bellen.
Dat is dus wel even andere koek dan een twijfelende redactiechef die zijn ondergeschikte eens vraagt hoe het precies zit, daar geen antwoord op krijgt en dan toch maar beslist om te publiceren. Zoals bij Trouw kennelijk jarenlang de gang van zaken is geweest.
Ik heb als hoofdredacteur (meer dan tien jaar) ook enkele keren te maken gehad met artikelen waarin anonieme bronnen werden gehanteerd. Ik vroeg (en kreeg) van de redacteur een lijstje met namen en nummers op papier (niet in de mail). Ik had ze zo kunnen bellen, maar dat hoefde natuurlijk niet meer: alleen het idee dat ik dit zou kunnen doen was voldoende voor een zuivere aanpak. Het had ook een ander voordeel: ik kon na publicatie de dreigingen met een rechtszaak en de woedende leugens van de ‘tegenpartij’ gemakkelijk en to the point pareren.
Er wordt hier vaak aangevoerd dat de redacties geen tijd meer hebben voor dit soort dingen, maar dat lijkt me onzin. Het is eerder een bewijs van ontbrekende kwaliteitscontrole. De sleutel tot de oplossing ligt denk ik vooral in een sterke en strenge eindredactie die wat hoger in de boom zit dan de journalist. Daarnaast heb je een simpele structuur nodig waarbinnen journalisten consequent en netjes al hun bronnen (anoniem of niet) vermelden bij elk stuk dat ze inleveren. Meer is niet nodig om te voorkomen dat fantasten en doorgeslagen types als Ramesar de journalistiek in een kwaad daglicht kunnen stellen.

Meer over:

opinie, media
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Reacties (7)

pietdeg2
pietdeg229 dec. 2014 - 16:45

"Er wordt hier vaak aangevoerd dat de redacties geen tijd meer hebben voor dit soort dingen, maar dat lijkt me onzin." Ik kan het nog sterker vertellen: tijd om het op de Angelsaksische manier aan te pakken is er hier nooit geweest. Omdat we in een klein taalgebied leven en dus met kleine oplages en lage budgetten te maken hebben. Bij een Nederlands kwaliteitstijdschrift kennen we niet de luxe die Time Magazine heeft om een stuk door vijf handen te laten gaan voordat het naar de opmaak gaat. Een Nederlandstalige National Geographic die een ploeg maandenlang de jungle in kan sturen voor een mooie fotoreportage is ondenkbaar. Het Nederlandse topniveau is: De Groene die met veel subsidies voor bijzondere journalistieke producten en een onderzoeksredactie die tevens functioneert als journalistieke schoolklas probeert nog een beetje kwaliteit te leveren. Bij de dagbladen is het al helemaal meters maken en pagina's vullen. En graag naast het dagelijks werk ook nog even een bijdrage leveren aan een zaterdagbijlage. En dat is echt niet van de laatste tijd. Ik las een jaar of dertig terug een handboek tijdschriften maken van bladendokter Rob van Vuure. Daarin beschreef hij de Angelsaksische journalistiek aan de hand van een voorbeeld van een Amerikaanse lokale krant. Er was een fabrieksschoorsteen omgevallen en daar werd een verslaggever heen gestuurd om een stuk van een half kolommetje te schrijven. Dat was een hele tour omdat de locatie slecht bereikbaar was. De man kwam terug met interviews met betrokkenen en ga zo maar door. En die schoorsteen was pakweg tachtig meter hoog. Daar naam de eindredacteur geen genoegen mee: hoezo pakweg tachtig meter? Hoe hoog was die schoorsteen precies? De verslaggever kon de reis nogmaals maken om het antwoord op die vraag te gaan halen, want pakweg was niet genoeg. In Nederland was dat toen ondenkbaar, omdat in die tijd een volgend stuk geschreven zou moeten worden. En tegenwoordig is het nog een paar graadjes erger, als de verslaggever ook al niet zelf de foto's moet maken en ook nog een leuke video voor de website moet maken. Praktijken als bij Trouw zijn natuurlijk volstrekt onaanvaardbaar. Niet alleen omdat iedere vorm van controle kennelijk ontbreekt maar ook omdat er zelfs geen antenne meer is die aanvoelt wanneer er stront aan de knikker is en verhalen al te makkelijk leunen op anonieme getuigen. Als je iemand naar een conflictgebied stuurt en die komt de eerste dag al met verhalen waarin anoniem "betrouwbare bronnen" worden opgevoerd, dan weet je als eindredacteur toch dat dat de taxichauffeur is of de collega aan de hotelbar die sterke verhalen vertelt? En als een Perdiep Ramesar iedere keer terugkomt met fantastische verhalen, dan voel je toch aan je water dat if it sounds to good to be true it probably is? Dan is er echt heel wat meer mis dan ontbrekende controle en geldgebrek. Dan ontbreekt het aan basaal journalistiek instinct.

clara51
clara5129 dec. 2014 - 16:45

["Er wordt hier vaak aangevoerd dat de redacties geen tijd meer hebben voor dit soort dingen, maar dat lijkt me onzin. Het is eerder een bewijs van ontbrekende kwaliteitscontrole."] De onderzoekscommissie die door Trouw aan het werk werd gezet, stelde: "Waar Ramesar is tekortgeschoten is er ook sprake geweest van tekortschietende begeleiding en toezicht aan de kant van de leidinggevenden binnen Trouw. De druk om te produceren is groot. Hierbij komt dat Ramesar gretig inging op steeds weer nieuwe verzoeken die zijn chefs overigens met dezelfde gretigheid deden. Het was lastig voor hem om nee te zeggen. De lof die hij kreeg was voor hem ongetwijfeld een aansporing om op het ingeslagen pad door te gaan." De commissie voert dus twee argumenten aan: de druk om te produceren. En gretigheid, zowel bij de journalist als zijn chefs. Ik ben het met Verhoeven eens dat er dringend behoefte is aan betere kwaliteitscontrole. Maar waar ik me echt ongerust over maak, is over die gretigheid. Die gretigheid heeft volgens mij weinig te maken met “de druk om te produceren” op zich. Die gretigheid gaat uitsluitend over het willen produceren van artikelen over islam-gerelateerde onderwerpen. Een gretigheid die overigens niet kenmerkend is voor Trouw alleen. Ook Volkskrant en NRC lusten er wel pap van. Dus zou ik het toejuichen als ook de Volkskrant en de NRC naar aanleiding van dit akkefietje met Ramesar de hand in eigen boezem zouden steken. Maar iets in mij zegt dat ze dat niet (of in elk geval niet van harte) zullen doen. En dat heeft vrees ik weer veel te maken met verdienmodellen en aandeelhouders. http://www.trouw.nl/tr/nl/5133/Media-technologie/article/detail/3815464/2014/12/20/Hoofdconclusies-en-aanbevelingen.dhtml

1 Reactie
verhoeven2
verhoeven229 dec. 2014 - 16:45

Dag beste Clara, Dank voor je heldere toelichting. Ik denk dat er met een zekere dosis gretigheid en ambitie niks mis is, sterker: dat kunnen we best gebruiken in de journalistiek. En omdat we nou eenmaal geen enorme redacties kennen met enorme budgetten zoals in Angelsaksische landen (hoewel dat ook afneemt), stel ik in mijn stuk een simpel controlemechanisme voor dat vrijwel geen tijd of geld kost maar wel heel effectief zal zijn: de redacteur die al zijn bronnen per definitie moet melden, met telefoonnummer en al. Daar gaat een sterke preventieve werking van uit.

[verwijderd]
[verwijderd]29 dec. 2014 - 16:45

Ik zie nog een veel groter probleem met de media. Ze zijn niet bezig met de waarheid. Het lijkt alsof het zoeken naar waarheid ze koud laat. Als meest duidelijk voorbeeld zie ik 9/11. Het gaat me niet eens om meningen en wat je er van vindt. Het gaat me om de poging om de waarheid te achterhalen en te beschrijven hoe verschillende mensen daar mee bezig zijn. Ik denk dat dat de taak van de media zou moeten zijn. Niet het verkondigen van een voorgekookte mening, als is deze mening misschien zelfs wel de beste. Het enige wat de Nederlandse media schrijft over 9/11 is dat et georganiseerd is door moslimterroristen, niet dat deze mening door diverse mensen in twijfel getrokken wordt. En als er al iets over geschreven wordt, zijn het comlotdenkers, wat bijna gelijk staat met idioten. Alsof ze zeggen "er zijn ook nog idioten die er anders over denken". Het is niet aan de krant om iemand en idioot, of zelfs maar een complotdenker te noemen. Als een lezer dat concludeert is dat prima, maar laat dat dan zijn of haar eigen conclusie zijn. Dit zie ik op heel veel gebieden gebeuren. Putin wordt consequent als corrupt afgeschilderd, waarom lees ik niet een ander verhaal, een journalist die uitzoekt waarom hij zo populair is in Rusland. Blijkbaar doet hij toch iets goed. Ik wil dat wel lezen, maar ik zie niks wat daar op lijkt. Van een krant (of TV of wat dan ook) die weigert te zoeken naar de waarheid, kun je niet verwachten dat ze kritische zijn naar hun eigen redacteuren. Lezers zullen ook niet echt

3 Reacties
pietdeg2
pietdeg229 dec. 2014 - 16:45

"En als er al iets over geschreven wordt, zijn het comlotdenkers, wat bijna gelijk staat met idioten." Waaruit we in ieder geval kunnen concluderen dat de media nog niet zijn overgenomen door de alu-hoedjes. Als iemand meent dat hij Napoleon is, bericht je tenslotte ook dat er weer eens zo'n gek is gesignaleerd en niet dat Napoleon wederop is gestaan.

Kilted
Kilted29 dec. 2014 - 16:45

Ik hoop dat je punt over 9/11 ter illustratie is en niets anders. Want anders kan je namelijk nooit meer iets publiceren zonder er van alles en nog iets bij te halen. Krijg van die artikelen over de oorzaak van 'de big bang' die worden afgesloten met de tekst dat in Staphorst anders over wordt gedacht en dat bovendien het vliegend spaghetti monster ook bestaat.

hannogroen
hannogroen29 dec. 2014 - 16:45

'En als er al iets over geschreven wordt, zijn het comlotdenkers, wat bijna gelijk staat met idioten. ' Idioten is wat overdreven. Niet ter zake kundigen dekt de lading beter. Wat die complotsites allemaal gemeen hebben is dat ze worden volgeschreven door zelfbenoemde deskundigen, die niet worden gehinderd door serieuze vakinhoudelijke kennis. Het is niet voor niets dat je bijvoorbeeld nagenoeg nooit een serieuze lucht- en ruimtevaart expert op dat soort sites zal aantreffen. Dat soort mensen trekken die enorme hoeveelheden tenenkrommende onzin niet. 'waarom lees ik niet een ander verhaal, een journalist die uitzoekt waarom hij zo populair is in Rusland. Blijkbaar doet hij toch iets goed.' Dat soort achtergrondverhalen zijn zat te lezen in weekendbijlages en opiniebladen. En tja qua populariteit doet Putin het goed, net zoals Kim Yong Un overigens..