Ik ben bang dat de aantrekkelijkheid van het lerarenvak nog verder onder druk komt te staan door de voorgestelde interventies.
De Onderwijsraad heeft de noodklok geluid over het lerarentekort (alsof die al niet volop aan het galmen was). Het tekort blijft maar toenemen en alle goede ideeën en innovaties hebben niet voldoende geholpen, stelt de raad in de publicatie ‘Schaarste schuurt’. Het nieuwe advies roept op om rekening te houden met worstcasescenario’s en om “pijnlijke en harde keuzes” te maken. Daar valt niks op af te dingen. Tot je leest welke keuzes ze bedoelen.
Als voorbeelden van de “keuzes die tot nog toe taboe waren of leken” noemt de Onderwijsraad: minder lesuren, het schuiven met leraren van minder naar meer overspannen scholen en het inzetten op meer onbevoegden om taken over te nemen. Ook pleit de raad voor een kritische aanscherping van het curriculum. Minder “nice to learn” meer “need to learn”. Als voorbeeld van lessen waar we ook zonder kunnen worden lessen genoemd over thema’s als klimaat of gezondheid.
Ja, er zijn ingrijpende maatregelen nodig en alles zou bespreekbaar moeten zijn. Goed dat de Onderwijsraad de discussie wil aanwakkeren met schurende voorstellen. Maar het advies gaat voorbij aan alles wat er wél goed gaat en de afgelopen jaren is geleerd en in gang is gezet door mensen die het lerarentekort proberen op te lossen. Zorg dat nieuwe oplossingen niet alles wat is bereikt tenietdoen. Ik ga de opvallendste maatregelen die de raad voorstelt even langs:
Zet in op innovatiekracht van leraren
Even voor de duidelijkheid: ik ben heel blij met de hoofdboodschap van de Onderwijsraad. Het is inderdaad de hoogste tijd om radicale scenario’s te verkennen. Maar ik ben bang dat de aantrekkelijkheid van het lerarenvak nog verder onder druk komt te staan door de voorgestelde interventies, terwijl deze de kwaliteit van onderwijs niet wezenlijk zullen verbeteren.
Onderwijsraad: zeg niet dat vernieuwing in het onderwijs niet heeft gewerkt. Laten we juist nu de alarmbellen rinkelen extra inzetten op de innovatiekracht van leraren en de mogelijkheden van anders organiseren binnen het onderwijs. Er is nog grote winst te behalen in leren van elkaars aanpak en processen. En laten we inderdaad het gesprek blijven voeren over wat we precies verstaan onder “need to learn”. Niet alleen voor leerlingen, maar ook voor het onderwijsveld.
Als we nu eens beginnen met het stoppen van allerlei onderwijsadviesbureautjes? Dan kunnen die onderwijskundigen in de klas laten zien hoe je lesgeeft, en krijgen we meer docenten en dus minder werkdruk. Win-win wat mij betreft. Scheelt ook alle verplichte studiedagen waar dit soort figuren altijd een dikke boterham aan verdienen.
Maarten van Rossem maakt in de documentaire "Broeders in Berlijn" ongeveer de volgende opmerking: "Na de val van de Muur werden alle Stasi-ambtenaren naar Nederland overgebracht. De ene helft ging naar het Ministerie van OCW [...]". De ambtenaren van OCW hebben inderdaad continu onheil aangericht in onderwijsland. Als die allemaal een functie elders krijgen, zullen de leerkrachten zich een stuk vrijer voelen. Nog beter wordt het als de macht van besturen en directies ingetoomd wordt en er een eind komt aan de lump sum financiering.
Jaarlijks gaan er voor het onderwijs tienduizenden arbeidsjaren verloren door coördinatietaken en nodeloos overleg. Vaak vervullen bevoegde (en dure) docenten die rollen, terwijl ze ook gewoon les zouden kunnen geven. Dat kan slimmer. Daarmee vermijd je al veel problemen, maar door je vervolgens te richten op de kerntaken van het onderwijs, kun je wellicht nog een extra stap zetten, zodat leerlingen en studenten wel het niveau krijgen dat ze verdienen/nodig hebben. Skip en ga aan de slag.
Helemaal juist! Zo stoorde het mij enorm, dat wie met “onderwijs op eigen niveau” kwam als oplossing voor leerproblemen terwijl daar specialistische hulp voor vereist is, juist medeleerlingen, ouders of stagiaires lieten inzetten voor de meest zwakke leerlingen. En de ib’er moest “aansturen”……
"Minder verplichte lesuren." Dit is ook puur een besparingsmaatregel die voor docenten helemaal niet tot minder lesuren leid. Het idee is namelijk dat die vermindering in uren vertaald kan worden naar het inzetten van leraren op andere uren/klassen. "Spreiden van leraren. Even achter de oren krabben. Hoe zou dit kunnen werken? Volgens de raad zou dit op basis van een solidariteitsprincipe kunnen werken. Binnen samenwerkingsverbanden de “pijn eerlijk verdelen” en leraren bereid vinden om (tijdelijk) op een andere school les te geven. Dit gebeurt nu al, met het gevolg dat je een verdubbeling aan vergaderingen, oudergesprekken etc hebt. Een paar uurtjes extra op een andere school klinkt simpel maar je werkt dan wel op twee scholen tegelijk. De overheid zou moeten inzetten op het aantrekkelijk maken van het beroep. Door dit soort wanhopige en vaak werkdrukverhogende maatregelen bereik je juist het tegenovergestelde.