Duitsland zet steeds meer afgewezen asielzoekers uit landen als Georgië, Noord-Macedonië, Albanië, Moldavië en Servië over de grens, meldt de internationale nieuwszender Deutsche Welle. Daarnaast stijgt het aantal migranten dat vrijwillig terugkeert.
In het eerste half jaar is het aantal deportaties met meer dan een kwart toegenomen, blijkt uit cijfers die zijn opgevraagd door de linkse oppositiepartij Die Linke en werden gepubliceerd in de Neue Osnabrücker Zeitung. Er werden in die periode 7861 mensen het land uitgezet, een stijging van 27 procent ten opzichte van 2022. Het gaat vooral om volwassen mannen. Onder de gedeporteeerden waren 1664 vrouwen en 1375 minderjarigen. Daarnaast verlieten zo'n 7200 mensen vrijwillig het land en ontvingen daarvoor financiële steun van de lokale of nationale overheid.
Eind juni verbleven er 279.098 afgewezen asielzoekers in Duitsland. 225.000 van hen hebben een gedoogstatus. In 520 gevallen werd een deportatie afgeblazen, onder meer omdat luchtvaartmaatschappijen medewerking weigerden.
Die Linke, een soort Duitse SP, bekritiseert de gedwongen uitzettingen. "Te vaak worden mensen gedwongen terug te keren naar gebieden waar de geconfronteerd worden met oorlog, extreme armoede en hopeloosheid onder de dreiging van geweld. Dat is onverantwoordelijk," zegt woordvoerder Clara Bünger. Ze protesteerde eerder deze week tegen de toename van de overvaltechniek bij de politie waarbij mensen onverwacht worden opgepakt en uitgezet.
Bondsminister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser (SPD) heeft eerder deze maand een plan gepresenteerd om het aantal uitzettingen verder op te voeren, onder meer door de politie daarvoor meer bevoegdheden te geven.