Dit is geen ver gehucht. Dit zijn ook onze straten.
De kastelein van mijn stamcafé maakte zich al een paar dagen zorgen. Tijdens de Kerstdagen waren wij met de schrik vrij gekomen. Nu vreesde hij een aanslag tijdens Oud & Nieuw. En inderdaad: die is gepleegd. Niet in een Europese hoofdstad maar aan de Bosporus. Een als Kerstman verkleedde terrorist drong een nachtclub aan het water binnen en opende het vuur.
Op het moment dat ik dit schrijf – nieuwjaarsnacht kwart voor vier, net thuis – hebben de autoriteiten vijfendertig doden geteld. Het lijkt allemaal op de Bataclan. En dat in Istanbul, de stad die het verlangen van de wereld belichaamt, zoals de sultans destijds met trots verkondigden.
We weten op het moment niet wie er achter deze moordpartij zitten. Dat doet er ook niet toe. Onschuldige mensen die Oud & Nieuw vierden, zijn het slachtoffer geworden van een terroristische misdaad.
Het gebeuren in Istanbul hoort ons tot op het bot te schokken, net zoals dat het geval was met de aanslagen in Parijs, Berlijn en Nice. Dit is geen ver gehucht. Dit zijn ook onze straten. Al was het alleen maar omdat tal van landgenoten een Turkse achtergrond hebben. Het is zeer waarschijnlijk dat families hier te lande in doodsangst zitten omdat een familielid zich niet meldt, ondanks alle pogingen om hem of haar op zijn mobiel te bereiken. De terrorist van Istanbul heeft net zo goed een aanslag op onze manier van leven en onze waarden gepleegd als Anis Amri of alweer twaalf jaar geleden Mohammed B.
Van de overheid mag dan ook een vorm van rouwbetoon worden verwacht, vergelijkbaar met dat vanwege de aanslagen in Parijs. Dat Turkije geen lid is van de Europese Unie of dat president Erdogan niet regeert op een manier die de meesten van ons democratisch achten, staat daar volledig los van. Er is een aanslag gepleegd op de beschaving, op de menselijkheid op alles wat ons hier, met onze nadruk op mensenrechten en vrijheid van meningsuiting, heilig is.