Floortje reist, soms alleen soms samen, naar alle uithoeken van de wereld om de mooiste mensen en verhalen te vinden. Mensen die van de gebaande paden gaan en of een inspiratie voor ons allen kunnen zijn.

Esther verbouwt planten en groentes in haar ommuurde permatuin

"Het is een manier om met respect om te gaan met de natuur."

Esther Kuiler is sinds 1999 tuinder bij de ‘Ommuurde Tuin’. Hier bedrijft ze biologische landbouw volgens de ‘permacultuur’ waarbij zo natuurgetrouw mogelijk verbouwd wordt. Wat begon als opknapplan werd een levensproject. Esthers doel: een milieuvriendelijkere en diervriendelijkere landbouwcultuur. Wat riep haar om zo’n ambitieus project te beginnen? Welke visie laat ze los op haar tuin? En welke kansen biedt haar zienswijze voor de toekomst van landbouw?

Wat is de geschiedenis van de ‘Ommuurde Tuin’?

“Willem III heeft in 1880 opdracht gegeven om de lange muren rond de tuin aan te leggen. De korte muren zijn veel ouder, in 1880 werd dat de ‘oude muur’ genoemd. De exacte data daarvan zijn niet bekend. Maar hier vlakbij, in het beekdal, liggen de resten van kasteel Grunsvoort. Dit wordt al in 1400 genoemd dus het is al een hele oude cultuurplek. Daarom is de muur een beschermd stuk. Het is een paar jaar geleden gerestaureerd. Willem III had flink bezuinigd op de bouwkosten waardoor het fundament niet stevig genoeg was. De muur stortte langzaam in, maar dat hebben ze gelukkig kunnen herstellen met behulp van vrijwilligers. Het ligt precies op de grens van gemeente Renkum en gemeente Wageningen waardoor het heel lastig was te bepalen bij welke gemeente de muur hoorde. Maar gelukkig hebben ze de handen ineengeslagen en hebben we nu dus weer een echte muur.”

Hoe ben je hier terecht gekomen?

“Ik studeerde in Wageningen en ik was een keer op een zondag aan het fietsen. Ik zag tussen een heleboel struiken een stukje muur en dacht: ‘Huh wat doet daar nu, een stukje muur?’ Toen ben ik gaan kijken en vond ik deze tuin, volledig overwoekerd door een heleboel onkruid. Ik was nog bezig met mijn opleiding, maar ik wist wel al dat ik geen rapporten wilde schrijven over hoe mensen het anders moeten gaan doen of hoe ik het beter wist. Ik wilde liever zelf aan de slag met alle kennis die ik had opgedaan en de ideeën die ik had over alternatieve landbouwtechnieken. Ik was dus eigenlijk al op zoek naar een stuk grond, oftewel een plek waar ik dat kon doen. Ik dacht eerder dat ik een stuk land zou vinden in Frankrijk of Zweden, maar ik was op slag verliefd op dit stukje grond. Het was zo uniek om zo’n romantische, verlaten plek te vinden.

Ik nam mijn toenmalige partner mee naar de tuin en we maakten met een half uur een droomplan. Toen werkten we dat een beetje uit en zijn we naar de grondeigenaar gegaan. Dat is het landgoed Oranje Nassau Oord. We vroegen of we de tuin konden huren. Als je student bent, heb je geen geld om grond te kopen. Dit landgoed verkoopt überhaupt geen gronden. Na een goed gesprek, zeiden ze dat we het twee jaar zonder contract mochten proberen. We zijn toen hard aan de slag gegaan om te laten zien wat onze visie was. We plantten bomen en struiken, planten de groenten en legden een cirkel met een grasveld en kruidenbedden aan als centrum van de tuin.  Zeven jaar later kregen we er een stuk bij. We hebben nu 1 hectare, maar we begonnen met 0,6 hectare.”

0EA8C14B-131F-4700-8CCF-39EF16D77978

Wat heb je geleerd van het werk in de tuin?

“Tijdens mijn studie bosbouw was de term ‘permacultuur’ redelijk nieuw. Een groot deel van de ideeën achter ‘permacultuur’ is dat je de natuur als voorbeeld neemt. De normale landbouw gooit heel veel mest op het land en krijgt op die manier productie. De natuur doet dat zonder. Want een bos produceert ieder jaar tonnen blad, noten en wortels maar daar loopt geen kudde koeien over. Dat kan doordat de bomen, struiken en planten samenwerken met een enorm uitgebreid bodemleven. En dat bodemleven is er omdat je er niet ieder jaar met een ploeg doorheen gaat. Ik stelde mezelf de vraag: “Hoe kun je het samenwerken met de natuur en het niet te veel beroeren van de grond, verwerken in het voedselproductiesysteem?” Voedselbossen zijn bijvoorbeeld erg populair, maar als je dat wil moet je wel je voedingspatroon omgooien. Ik wilde een manier vinden waarmee je, met natuurgetrouwe landbouw, gangbare landbouwproducten kon verbouwen.

20 jaar geleden ben ik begonnen aan dit experiment: hoe we een bodemecosysteem kunnen creëren dat lijkt op de natuur en wel voedsel produceren. Hierbij wilde ik een teeltsysteem bedenken waar struiken en vaste planten aan de randen stonden en in het midden landbouwproducten zoals bonen, aardappelen en sla. Dus eigenlijk hoe je planten en voeding kan samenbrengen op een natuurlijke manier. In de natuur zie je dat er ontzettend veel schimmels leven in de gronden die samenwerken met planten. Als je kijkt naar gangbare landbouw, dan zie je dat niet. Gangbare landbouw gaat met name over de samenwerking tussen bacteriën. Dus ik wilde heel graag op zoek naar hoe ik voor meer schimmelgroei in de grond kon zorgen. Daar had ik wel ideeën over, maar het was nog niet getoetst. De WUR (Universiteit van Wageningen) heeft drie jaar geleden bij ons de biodiversiteit onderzocht. Uit dat onderzoek kwam dat er inderdaad meer schimmels leefden in onze bodem, dan in gangbare landbouwgrond. Daar was ik natuurlijk heel blij mee. Maar ik blijf verder onderzoeken, dat zit in mijn aard.”

967EAE71-4B35-4244-9E1C-F432DDD46A86

Wat maakt de ‘Ommuurde Tuin’ zo bijzonder?

“Allereerst denk ik de diversiteit die je hier vindt: we hebben meer dan 400 gewassen. Dat zijn wilde kruiden tot moderne groentes, vooral uit Azië, Centraal-Amerika of het Andes-gebied. Voorbeelden daarvan zijn ‘Epazote’, Mexicaans bonenkruid en ‘Hucatay’. Dat is een plantje dat ook wel ‘zwarte munt’ wordt genoemd. Waar ik ook heel blij van word, zijn mijn verschillende kleuren bonen. Ik heb hele mooie paarse, groene bonen. Er is een groene boon en die heet ‘cobra’. Die kunnen bijvoorbeeld bijna 50 centimeter lang worden. De paarse bonen zijn vaak plat en een beetje grof. Deze heb ik zelf gekruist en nu hoop ik dat ik over een paar jaar een zaadvast ras “zwarte cobra” kan gaan verkopen.

Als tweede dat we veganistisch telen. Er komt geen dier of mest aan te pas en toch kunnen wij groentes telen. We voeren ieder jaar groenten af dus moeten er ook voedingsstoffen bijkomen. Een deel daarvan komt van planten die we zelf telen. Doordat we bijvoorbeeld heel veel bonen en bloemen hebben, kunnen we veel stikstof vastleggen in de grond. Van de gewasresten en het onkruid maken we onze eigen compost dat is eigenlijk recyclen op het bedrijf. Daarnaast voeren we houtcompost aan want daar zijn de bodemschimmels heel blij mee. En wat wij aanvoeren om tijdens de teelt mee te kunnen sturen is een korreltje dat gemaakt is van melasse. Dat is wat er overblijft nadat er suiker wordt gemaakt. Ik voer dat niet aan de dieren, maar aan het bodemleven en die kunnen daar heel snel voedingsstoffen uit vrijmaken. En omdat het plantaardig is, kunnen planten daar ook direct heel wat mee. Maar dat is slechts 3% van alles wat ik aan mijn mesting doe.”

57BF1386-6B6B-4BD0-BB16-9A861DD83A7B

Houd je hier meer voedingsstoffen vast dan op een gemiddeld boerenland?

“Ja. Het organisch stofgehalte wat ik hier heb, ligt rond de 8,5% . Dat is heel hoog, gemiddeld heeft boerenland 2-3%. Ik teel op zandgrond; er zit geen klei in de grond. Als er klei in de grond zou zitten dan zou je nog meer voedingsstoffen kunnen vasthouden, maar voor een boer op zandgrond houd ik veel meer dan een gangbare boer op zo’n grond. Dat lukt omdat ik het niet omploeg, omdat het organisch stofgehalte zo hoog is en omdat mijn bodemleven heel erg actief is. Dat bodemleven zit in een continu proces: je eet en je wordt gegeten. In dat eten en gegeten worden, maakt de grond stikstof vrij en dat nemen de planten op. Er staan altijd planten in de grond die continu iets nodig hebben om te groeien. Dat is ook heel belangrijk want op het moment dat er stikstof aanwezig is en er niets mee wordt gedaan, is er een kans dat het uitspoelt. Het bodemleven maakt meer vrij dan alleen stikstof. Het zorgt voor allerlei voedingsstoffen die normaal gesproken niet beschikbaar zouden zijn. Dat dank ik vooral aan die schimmels.”

Ben je er veel tijd aan kwijt?

In de zomer wel heel veel. We werken hier samen met een groep Zzp’ers. Dat zijn eigenlijk allemaal parttimers, hoewel in de zomer die ook snel 40 uur maken. Ik ben de enige die hier jaarrond voltijd is. In de zomer ziet mijn dag er als volgt uit: 6 uur in de ochtend begin ik te bekijken wat er allemaal op het programma staat. Dan loop ik door de tuin om te kijken hoe de gewassen erbij staan. Daarna maak ik een klussenlijst voor die dag, ik kijk dan alvast een beetje wie wat zou kunnen doen. Rond 8 uur in de ochtend komt de rest aan. Dan lopen we samen een rondje door de tuin. Zo kunnen stagiaires en vrijwilligers ‘kennismaken’ met de tuin, het gewas leren lezen, kennis opdoen over de flora en fauna hier. Zo krijg je meer inzicht in het nut van je werk en heb je er ook vaak meer lol in. Het liefst oogsten we voor 10 uur in de ochtend en als het echt niet anders kan, voor 12 uur, dan blijven de groenten het beste vers. We hebben een teeltplanning, dat zijn enorme lijsten waarin staat wat geoogst en geplant moet worden, die nemen we vaak samen door. Daarna gaat iedereen aan de slag met zijn eigen takenpakket. In de middag zijn we meestal meer bezig met planten, wieden en schoffelen. Aan het eind van de dag is er vaak nog administratie en om negen uur ‘s avonds stopt voor mij de dag wel.

Ik stop heel veel tijd in de tuinderij. En dan nog denk ik regelmatig: “Oh, waarom zitten er niet nog een paar uur extra in de dag?” Ik hou dit vol omdat ik zoveel plezier heb in planten laten groeien, energie krijg van hoe andere mensen genieten van de tuin en stagiaires zien ontwikkelen. In de winter hebben we het gelukkig rustiger. Dan werken we maar 3 dagen per week in de tuin en dan hebben we tijd over voor de administratie, de jaarplanning, om cursussen te geven en rust te nemen. Alle mensen die hier als zelfstandigen werken, hebben allemaal hun eigen speerpunt. We hebben Marieke die natuurvoedingskundige is. Zij runt hier de winkel en geeft advies over kruidenplanten. Jeanette doet de catering. Ze leidt bijvoorbeeld de kookworkshops. Als er feesten zijn, zorgt ze ervoor dat er een buffet klaar staat met allemaal moois uit de tuin. Ook hebben we onze klusjesman Henk en Wim, de imker. Ilse is er net bij, zij is ook veel in de tuin te vinden. Zij is onze natuurgids en verzorgt de communicatie. Ik zit meer op de teelt. Dat is wel echt mijn ding.”

F15149C7-7B1B-4530-A6FA-B58F0E507FBE

Waarom vind je het belangrijk om op deze manier landbouw te bedrijven?

“Ik denk dat als we het blijven doen zoals het gaat, we Nederland gewoon kunnen afschrijven. Ik bedoel: als je kijkt naar de klimaatverandering, dan is dit een van de opties om bijvoorbeeld CO2 vast te leggen. Het is ook een manier om met respect om te gaan met de natuur en alles wat iets aan ons geeft. Dat mis ik toch vaak als ik kijk naar de televisiespotjes of reclames. Dan denk ik: “Waar is het respect voor wat je gegeven wordt, van datgene wat er is? En hoe ga je daarmee om?”

Ik denk dat mensen niet goed weten hoe ze hun respect voor de natuur moeten uiten. En dit is een manier waarop je dat kan laten zien. Aan de ene kant is dit milieutechnisch gezien een manier om dus zonder veel beesten en met milieuwinst, CO2 vast te leggen om voedsel te produceren. Ik denk dat we daar veel meer naar toe moeten. Ik weet dat we ook gangbare boeren hiermee inspireren, hoewel de kleinschaligheid bij heel veel mensen wel een beetje afschrikt. Maar je hebt gelukkig toch gangbare boeren die denken: “Ik heb zoveel hectare, dus alleen dit doen lukt niet maar dit op een klein gedeelte van mijn stuk doen, is misschien wel een optie.

Je ziet allerlei combinaties hier in de tuin staan: sla en courgettes tussen de bonen en kruiden tussen de kool. Om te laten zien hoe we dat doen, hebben we twee dagen in de week een open tuin. Een keer in de maand zijn we zondags geopend. We moeten de rest van de tijd hard werken. Ik hoop uiteindelijk dat deze plek, mensen kan inspireren om anders te denken en te kijken hoe je op een kleine schaal heel veel voedsel kan produceren."

3A5267DF-6F61-4EAE-B609-DD1376B509C3