Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Wat doet armoede met een kind?

  •  
08-12-2021
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
1344 keer bekeken
  •  
ben-wicks-iDCtsz-INHI-unsplash

Niet mee op schoolreisje, geen speelgoed of te weinig eten. Dat is de realiteit voor gemiddeld twee kinderen per schoolklas. Gelukkig worden dat er wel steeds minder.

In 2020 leven 221.000 kinderen tot achttien jaar in een huishouden met een inkomen onder de zogenaamde 'lage-inkomensgrens', zo blijkt uit cijfers van het CBS. Dat is 6,9 procent van alle Nederlandse kinderen. In 2013 waren dit er nog 331.000 kinderen. Kinderen uit eenoudergezinnen en kinderen van vluchtelingen lopen meer kans om in armoede te leven. 

Geen speelgoed
De impact van armoede is groot op kinderen. Hoewel kinderen de rekeningen niet hoeven te betalen, zijn zij helaas toch op veel verschillende manieren de dupe van het tekort aan geld. 'Het is veel meer dan een tekort aan geld. Er was een meisje dat ik sprak die zei: "Wij hebben thuis geen speelgoed, en daarom nodig ik geen vriendinnetjes thuis uit." Het gaat dus ook over uitsluiting en pesten', aldus Stans Goudsmit, kinderombudsman van Rotterdam, in De Nieuws BV.

Slechtere gezondheid
Maar dat is niet het enige. Armoede werkt volgens Goudsmit op alle terreinen door: 'Kinderen in armoede hebben een slechtere gezondheid, een lager schooladvies, meer kans op kindermishandeling, en meer kans op jeugdcriminaliteit. Dus armoede is echt een veelkoppig monster.' Dat bevestigen ook de cijfers van het CBS. Kinderen lopen een groter risico ongezond en te zwaar te zijn, zo meldt het onderzoeksbureau. Tien procent van de kinderen uit arme gezinnen geeft zelf aan geen goede gezondheid te hebben, terwijl dat onder kinderen uit gezinnen zonder geldproblemen maar vijf procent is. Ook het aandeel overgewicht is twee keer zo groot onder kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. Deze kinderen hebben ook grotere kans dagelijks te roken en vaker alcohol te drinken. Ook vakanties zijn geen vanzelfsprekendheid voor meer dan de helft van deze kinderen en het komt vaker voor dat de verwarming niet aan kan of er geen nieuwe kleren kunnen worden gekocht. 

Schaamte
Marjorie Malbons, oprichter van Stichting MAIT, ziet dagelijks ouders met financiële problemen. Ook haar valt op hoe kinderen hieronder lijden: 'Dat ze niet mee kunnen op schoolreis, er geen ingerichte kamer is of er niet voldoende eten is. Je ziet dat het effect heeft op de kinderen.' De schaamte voor geldproblemen is groot. 'Er is veel schaamte en angst om erover te praten, en daarom ook om hulp te zoeken', aldus Goudsmit.

Stap voor stap
De gemeente Rotterdam is al sinds oudsher de gemeente waar de meeste mensen in armoede leven. Dat is nou eenmaal zo, volgens wethouder Michiel Grauss. ‘Gelukkig wordt het wel minder.’ De bereidheid om kinderen in armoede te helpen is volgens wethouder Grauss in Rotterdam bijzonder groot, als je de vergelijking trekt met de rest van de regio. Toch lijkt het nog niet te willen lukken om het doelmatig aan te pakken. ‘Stap voor stap gaan we de goede kant op’, volgens Grauss.

Drie regelingen
Op dit moment zijn er in Rotterdam drie regelingen waar kinderen die opgroeien in armoede aanspraak op kunnen maken. ‘Een daarvan, het jeugdtegoed, wordt heel goed gebruikt. Daar maken bijna alle kinderen die er recht op hebben gebruik van’, volgens Goudsmit. Maar wat de andere twee regelingen betreft werkt het een stuk minder goed. De ene regeling gaat over cultuur en sport, en de andere over aanspraak op een fiets en een laptop voor school. Op deze beide regelingen wordt amper beroep gedaan. ‘Bij de een is het een op de drie kinderen en bij de ander een op de vier kinderen die er recht op heeft en het ook echt gebruikt.’ De reden daarvoor: de regelingen zijn amper bekend onder deze groep en sluiten niet goed aan op hun behoeftes.

Te ingewikkeld
De regelingen zijn namelijk te ingewikkeld. ‘Ouders weten vaak niet waar ze moeten zijn’, aldus Malbons. Om een aanvraag te doen is namelijk een intermediair nodig; een ouder kan dat niet zelf doen. ‘En om die stap te zetten moet je wel weten waar je moet zijn. En daar lopen ze heel erg tegenaan.’ Met als gevolg dat ze, ondanks dat ze er recht op hebben, geen aanvraag doen voor de regelingen.

Informeren
Daarom moet er beter geïnformeerd worden. Niet alleen de ouders maar ook de kinderen. ‘Zodat zij ook aan hun ouders kunnen vragen: “Mam, ik hoor dat ik gratis op voetbal kan, wil je me opgeven?”’, legt Goudsmit uit. Daarnaast willen oudere kinderen - jongeren - graag zelf de mogelijkheid hebben om een regeling aan te vragen, zonder dat dit via de ouders geregeld hoeft te worden.

Luisteren naar ouders en kinderen
En hoewel voetbal natuurlijk enorm belangrijk kan zijn voor een kind, geeft het overgrote deel aan dat hun behoeftes ergens anders liggen, namelijk bij een fijn en veilig thuis. ‘Waar genoeg te eten, kleding en elektriciteit is. Daar sluiten de regelingen niet voldoende aan’, volgens Goudsmit. Daarom is het belangrijk om weer de kinderen - en niet de gemeente - centraal te stellen in de regelingen. ‘Ze zijn te veel ingericht vanuit het systeem, de gemeente. Zet ouders en kinderen centraal, dan kan het veel gemakkelijker.’ Daarnaast moeten de drie regelingen ergens centraal aangevraagd kunnen worden, en niet zoals Goudsmit aangeeft ‘op drie verschillende plekken, met drie verschillende formulieren bij drie verschillende organisaties’. Het moet eenvoudiger kunnen.

Door Carolien Ronde
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!