
‘Er moeten 900.000 woningen komen voor 2030’, riep minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening vorig jaar. Hoe staat het daarmee?
Het is een mooie ambitie, maar hoe gaat het eigenlijk met dat plan? Het korte antwoord: niet goed. ‘We hebben een fors tekort’, weet Peter Boelhouwer, hoogleraar bouwkunde. Op dit moment is er een tekort van zo’n 325.000 woningen. ‘Dat loopt nu helaas op.’ De verwachting is dat we in 2025 op een tekort van ruim 400.000 woningen zitten.
Dat tekort is ontstaan tijdens de economische crisis (2008 en 2012), toen de woningproductie enorm afnam. ‘We zaten toen op ruim 80.000 nieuwbouwwoningen, maar dat aantal is gedaald naar zo’n 44.000 woningen. Inmiddels is het weer een beetje aan het oplopen, maar het stabiliseert zo rond de 70.000 de afgelopen drie jaar. En gaat de komende jaren dus dalen.’
‘De woningmarkt heeft te maken met enorme economische tegenwind – denk aan inflatie, maar ook aan de rentestijgingen en de bouwkosten – waardoor een aantal projecten stilvalt.’ Tegelijkertijd is er steeds meer vraag naar woningen: ‘Sinds 2015 zie je dat de bevolking heel hard groeit, met name door arbeidsmigratie. En de woningmarkt is niet goed in staat dat op te vangen.’
Er zijn verschillende redenen waarom het niet wil vlotten met de woningbouw. Allereerst de bouwvergunningen; daarvan werden er de afgelopen jaren steeds minder verstrekt door 'onvoldoende capaciteit in de ambtelijke ondersteuning’, aldus Boelhouwer bij Vroeg!. Ook goede locaties waar snel gebouwd kan worden zijn schaars. Maar de belangrijkste reden voor het uitblijven van veel nieuwe woningen is de oplopende rente en inflatie.
Ook hebben we een enorm probleem met schaarste, van eigenlijk alles, weet transitiestrateeg Atto Harsta. Schaarste van grondstoffen, locaties en mensen die woningen kunnen bouwen. ‘En daar past het huidige systeem zich nog niet snel genoeg op aan.’
‘Dat is een van de problemen die er dan even bij komt’, aldus Harsta. ‘Een probleem waar we vijf jaar geleden nog bijna niet aan dachten. En dat is kenmerkend voor het tijdperk waar we nu in zitten: een kleine crisis kan een markt volledig ontwrichten.’ De mate van die ontwrichting verschilt per regio.
‘Er zit een enorme vermogensongelijkheid in de woningmarkt. Er zijn mensen die naar verhouding heel weinig betalen en die ook nog worden gesubsidieerd; denk aan wat oudere kopers. Het is een motor van maatschappelijke ongelijkheid geworden, die woningmarkt’, aldus Boelhouwer.
Het systeem moet aan de basis veranderen, en niet op het moment dat zich een individueel probleem aandient met lapmiddelen. Harsta: ‘We staan aan de voordeur om dat te gaan doen. Dat betekent dat we moeten gaan kijken naar ons economisch systeem waarbinnen we die woningbouw moeten gaan realiseren, naar onze duurzaamheidsoplossingen, met wie we bouwen – we bouwen nog steeds met heel veel handjes, daar is echt een serieuze industrialisatieslag nodig, maar ook op het gebied van vergunningen.’ Het systeem moet geleidelijk worden aangepast, aldus Boelhouwer.
Thema's:
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!