
Hoe werkt de zetelverdeling?
© ANP
Na het tellen van de stemmen zijn er weer 150 zetels te verdelen in de Tweede Kamer. Maar hoeveel stemmen is één zetel eigenlijk waard?
De stembureaus sluiten woensdag om 21:00 uur. Dan worden de stemmen geteld en pas daarna wordt duidelijk hoeveel zetels elke partij krijgt. Daarvoor moet eerst de kiesdeler worden berekend.
De kiesdeler is het aantal stemmen dat recht geeft op één zetel in de Tweede Kamer. De berekening is simpel: het totaal aantal geldige stemmen dat tijdens de verkiezingen is uitgebracht, wordt gedeeld door 150 zetels. Hoe hoger de opkomst, hoe meer stemmen er nodig zijn om één zetel te bemachtigen.
‘In 2023 was het opkomstpercentage 77%', legt politiek redacteur Sandrine Thelosen uit in Alledaagse Vragen. ‘Van de ruim dertien miljoen stemgerechtigden gingen iets meer dan 10,4 miljoen mensen daadwerkelijk stemmen. Een klein deel van die stemmen was ongeldig of blanco, en telt dus niet mee voor de kiesdeler.'
Die geldige stemmen worden uiteindelijk gedeeld door 150 – het aantal zetels in de Tweede Kamer. Het resultaat daarvan is de kiesdeler, oftewel: het aantal stemmen dat één zetel waard is. In 2023 kwam dat neer op iets meer dan 69.500 stemmen per zetel. Hoeveel stemmen er dit jaar (2025) nodig zijn voor een zetel, weten we pas zodra alle geldige stemmen zijn geteld en de kiesdeler is berekend.
Bij het verdelen van de zetels komt er bijna nooit een rond getal uit. Komt een partij bijvoorbeeld uit op 49,7 zetels? Dan krijgt de partij 49 volle zetels, maar dat klein stukje – die 0,7 zetel – blijft over.
Al die 'restjes' van verschillende partijen worden vervolgens bij elkaar opgeteld. 'Zo kom je op een aantal restzetels uit', legt Thelosen uit. 'Vervolgens wordt gekeken naar welke partij het hoogste gemiddelde aantal stemmen per zetel heeft. De hoogste krijgt de eerste restzetel. Als er dan nog een restzetel is, dan krijgt de volgende partij die restzetel.'
De verdeling van de restzetels kan best spannend zijn, omdat het vaak even duurt voordat die bekend is. ‘Eerst moet duidelijk zijn hoeveel stemmen er in totaal zijn uitgebracht, wie er voorkeursstemmen hebben gekregen, en daarna pas komen de restzetels’, legt Thelosen uit. ‘Dat weet je meestal pas in de dagen na de verkiezingen.’
Bij het verdelen van de zetels worden alle stemmen op de kandidaten van een partij bij elkaar opgeteld. Haalt een partij bijvoorbeeld twintig zetels, dan komen de eerste twintig namen van de lijst in de Kamer. Toch kan iemand die lager op de lijst staat een zetel krijgen als diegene veel persoonlijke stemmen krijgt. Dat noemen we voorkeursstemmen.
Kandidaten die meer dan 25 procent van de kiesdeler halen, komen hoe dan ook op eigen kracht in de Kamer. Bij een kiesdeler van 60.000 stemmen betekent dat dat een kandidaat minstens 15.000 voorkeursstemmen nodig heeft om rechtstreeks verkozen te worden.
Wat als een partij meer zetels krijgt dan er mensen op de lijst staan? Dat gebeurt in principe bijna nooit, vertelt Thelosen. ‘De meeste partijen hebben tientallen namen op hun kandidatenlijst staan: grote partijen zelfs veertig tot vijftig.’ Maar stel dat een partij meer zetels wint dan ze kandidaten heeft, dan gaan die overgebleven zetels naar andere partijen via het systeem van restzetels.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!