Al 100 jaar voor een open, rechtvaardig en gelijkwaardig Nederland.

Sinan Can interviewt zijn moeder: 'Ik wil met je praten, over je leven, je keuzes, je kracht'

theme-icon
Achtergrond
Vandaag
leestijd 5 minuten
254 keer bekeken
sinanenmoeder

Sinan Can interviewt zijn moeder: 'Ik wil met je praten, over je leven, je keuzes, je kracht'

Sinan Can interviewt zijn moeder, over activisme, femicide en ‘dat ene commerciële programma’.

Mama, dit is de eerste keer dat ik je interview. En dat op mijn 48ste – het moest er een keer van komen. Ik ga dit trouwens niet vaak doen; misschien is dit ons eerste en laatste gesprek in deze vorm. Niet omdat ik dramatisch wil doen, maar omdat jij en papa veel hebben moeten verdragen door mijn werk. Al die reizen, al dat gevaar, de bedreigingen… jullie hebben dat jarenlang moeten meenemen, vaak stilletjes. Het is goed zo. Maar ik wilde met je praten, over je leven, je keuzes, je kracht. En misschien dat jonge mensen dit straks lezen. Niet om de oudere generatie uit te sluiten hoor, haha.

Ga je me nog iets vragen, of wordt dit een monoloog? Wij hebben jouw werk nooit als last gezien, nooit. We maakten ons alleen zorgen om je. Grote zorgen soms. Maar ik heb het je altijd gezegd: wees niet bang. En als jij ooit richting een afgrond loopt, dan lopen wij met je mee. Dat wil ik natuurlijk niet, geen enkele moeder wil dat, maar we steunen je in wat je doet. Al hoop ik stiekem dat je ooit stopt met die oorlogsgebieden en die riskante onderwerpen. Maar ja, jij luistert toch niet.

Laten we snel van onderwerp veranderen, anders gaat dit gesprek alleen maar over mij. Ik ken jouw verhaal, ik heb het gehoord, gevoeld, soms zelfs een beetje meegeleefd. Maar de mensen die dit lezen kennen het niet. Waar begint jouw verhaal?

In een kleine stad in het oosten van Turkije: Erzincan. Ik ben geboren in een Koerdisch dorp, een prachtige plek tegen een bergwand. ’s Morgens hoorde je het water van de smeltende sneeuw naar beneden stromen. Dat geluid, dat heldere, ijskoude water, dat vergeet ik nooit. Alles was groen en vruchtbaar, maar het leven was hard. Ik ben de jongste van negen kinderen. We hadden weinig geld. Mijn broers en zussen konden niet studeren; dat was simpelweg geen optie. Mijn ouders waren overlevenden van de genocide op de Koerden in Dersim in 1938. Mensen die alles hadden gezien – angst, honger, dood – maar toch overeind bleven. Ze hebben ons geleerd dat moeilijke tijden sterke mensen kunnen voortbrengen, maar die tijden laten ook littekens achter. Littekens die je soms pas decennia later begint te begrijpen.

'Daar begon ik me af te vragen: waarom dragen vrouwen zoveel lasten?'

Was er een moment waarop je dacht: dit klopt niet? De ongelijkheid, de beperkingen?

Dat besef kwam toen ik naar het meisjeslyceum ging. Als jongste was ik de enige die mocht studeren. Dat was al revolutionair in die tijd. Ik ging met kinderen uit ons dorp in Erzincan wonen, in een soort studentenhuis. Vier meisjes, drie jongens. Ieder zijn eigen kamer, maar we leefden toch samen. Dat was in het oosten van Turkije in de jaren 70 bijna ondenkbaar. Daar begon ik me af te vragen: waarom dragen vrouwen zoveel lasten? Waarom wordt vrijheid zo ongelijk verdeeld?

Het waren onrustige jaren. De staatsgreep van 1971 hing nog als een schaduw over ons. Jongeren uit ons dorp werden opgepakt, gemarteld, alleen omdat ze politiek actief waren. Die verhalen waren overal: jongens die niet terugkwamen, meisjes die zwegen, maar alles wisten. Dat vormde mijn gevoel voor rechtvaardigheid. Het ontstak iets in mij. En toen, in 1972, werden drie studentenleiders geëxecuteerd, onder wie Deniz Gezmis. Hun dood heeft een hele generatie aangeraakt. Mij ook. Ik begon linkse literatuur te lezen, we discussieerden tot diep in de nacht over revolutie, vrijheid, gelijkheid. Ik voelde voor het eerst dat ik niet alleen wilde leven, maar ook wilde begrijpen en veranderen.

Geboorte Sinan Can

En toen kwam Nederland. Een nieuw land, nieuwe lucht. Hoe waren die eerste jaren?

Ik kwam hier begin 1976. Eigenlijk wilde ik naar Londen, naar mijn broer. Maar na drie dagen werd ik Engeland uitgezet. De bureaucratie was hard. Toen ben ik naar Nijmegen gegaan, naar mijn andere broer. Een jaar later kwam ik je vader weer tegen. Ik kende hem al uit Erzincan, een oude liefde die nooit echt een kans had gekregen. Onze paden kruisten opnieuw, het had zo moeten zijn. Ineens had ik een lieve man… en een oerconservatieve schoonvader, haha! Maar zodra de mannen naar hun werk gingen, glipte ik het huis uit.

In de wijk Bottendaal stond een ‘gastarbeidwinkel’, een plek waar migranten hulp kregen. Daar ontmoette ik drie ongelooflijk sterke vrouwen. Ze namen me op als een jongere zus. Gaven me taalles, hielpen me mijn weg te vinden. Via hen kwam ik bij het Internationale Vrouwencentrum terecht. Daar, met een groep vriendinnen, richtten we de Turkse vrouwenvereniging op. We deelden het gebouw met Spaanse, Griekse, Marokkaanse en Joegoslavische vrouwen. Het was een plek vol leven, meningsverschillen, gesprekken, maar vooral: solidariteit. Religieuze vrouwen, seculiere vrouwen, lesbische stellen, linkse vrouwen, conservatieve vrouwen, alles liep door elkaar. Niemand veroordeelde elkaar. Het was een zeldzaam veilige plek. Ik werkte er later als maatschappelijk werkster en werd voorzitter van de vereniging. Dat waren mooie jaren. Vormende jaren.

Ik herinner me die plek. De gesprekken, de geuren, het geroezemoes.

Jij bent daar opgegroeid, letterlijk. Van baby tot je twaalfde liep je door die ruimtes. Je hoorde vrouwen lachen, huilen, fluisteren. Je zag vrouwen die nog nooit eerder een veilige ruimte hadden gekend. Je hoorde verhalen over onderdrukking, over ontsnapping, over hoop. Daar ontwikkelde je je empathie, zonder dat je wist wat het woord betekende.

'Je zag vrouwen die nog nooit eerder een veilige ruimte hadden gekend'

Ik herinner me vooral de zwaarte van sommige verhalen. En die femicides… Sommige vrouwen kende ik ook. En die keer dat er agressieve mannen voor de deur stonden.

Die mannen waren bang dat hun vrouwen sterker zouden worden. Dat ze zouden studeren, werken – een eigen mening zouden krijgen. Angst maakt mensen gevaarlijk. Dat konden we aan. Wat we niet konden dragen, waren de vrouwen die vermoord werden. Vijf, zes vrouwen die ik persoonlijk kende. Elke keer als er in Nederland een femicide wordt gepleegd, denk ik aan hen. En de laatste tijd is dat helaas vaak.

Als je de statistieken ziet: het aantal moorden op vrouwen daalt. Maar zegt dat iets?

Cijfers zijn koud. Ze tellen lichamen, geen levens. Wordt de angst meegenomen? De blauwe plekken die nooit worden gemeld? De nachten waarop een vrouw wakker blijft omdat ze weet dat haar partner boos thuiskomt? Wordt de schaamte meegerekend? De vernedering? Geweld tegen vrouwen is groter dan cijfers kunnen vatten. Als vrouwen worden vermoord omdat ze vluchten, omdat ze niet meer willen zwijgen, dan is het probleem niet opgelost.

Voor ouderlijk huis Sinan Can en Melek Can

Mama, je bent soms streng voor mij. Niemand kijkt zo scherp naar me als jij. Deze zomer hadden we die discussie nog. Jij sprak over femicide, en ik haalde mijn schouders op: Wat kan ík eraan doen?

Precies dát is het probleem: die schouderophaal. ‘Wat kan ik eraan doen?’ We hebben mannen nodig. Niet om vrouwen te redden, vrouwen redden zichzelf al eeuwen, maar omdat mannen deel zijn van dezelfde wereld. Als mannen zwijgen, verandert er niets. We hebben mannen nodig die opstaan, die spreken, die andere mannen aanspreken. Je kunt niet zeggen: dit is een vrouwenprobleem. Het is een maatschappelijk probleem. En ja, dan bel ik jou. Je hebt soms een donderpreek nodig. Dat weet je.

'We hebben mannen nodig. Niet om vrouwen te redden, vrouwen redden zichzelf al eeuwen, maar omdat mannen deel zijn van dezelfde wereld'

Je vindt ook soms dat ik in programma’s zit waar ik niet thuishoor. Zoals Wie is de Mol? …

Ja! Dan denk ik: wat dóet hij daar? Dan zet ik de tv uit. Maak gewoon goede, impactvolle programma’s. Dat is je kracht. Blijf weg van amusement, blijf weg van dat ene commerciële praatprogramma waar ik niet naar kijk. Word geen decorstuk. Wees de verandering zelf.

Ja mama, ik weet het. Ik heb het je uitgelegd, maar het maakt geen indruk. Je bent nog steeds activistisch. Ik hou ervan. Maar laten we afronden anders eindigt dit gesprek in een donderpreek. Heb je nog een boodschap voor vrouwen in Nederland, vooral voor jonge vrouwen?

Ja. Ik ben hoopvol, echt waar. Ik zie jonge vrouwen opstaan tegen klimaatvernietiging, tegen racisme, tegen femicide, tegen het leed van Palestijnen. Ik zie hoe ze vechten voor queer-rechten, voor gelijke kansen. Ze zijn slim, moedig, alert. Waar ik me zorgen om maak, zijn sociale media. De macht van tech-reuzen, de verslaving aan aandacht. Een moreel kompas ontwikkel je niet op een scherm. Je ontwikkelt het door te leven: door te twijfelen, te botsen, te praten, stil te vallen, te luisteren, te lezen. Word samen weerbaar. Vecht niet alleen, maar met elkaar. Elk tijdperk heeft zijn strijd. Onze generatie had misschien meer romantiek: verhalen, muziek, lange avonden vol idealen. Maar ik geloof in deze generatie. Meer dan ze zelf denken. Ze zijn sterk, soms te individueel, maar samen kunnen ze bergen verzetten.

En heb je ook nog iets voor mij?

Wil je een donderpreek?

Meer over dit onderwerp?

Dit artikel verscheen eerder in de VARAgids. Als eerste lezen? Word abonneeof vraag een gratis proefnummer aan.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!

Gerelateerd

Meer over dit onderwerp

Al 100 jaar voor