© Clyde Thomas - Pexels
In de mensenwereld is er een brede diversiteit aan seksualiteit en gender. Is dat ook te vinden in de dierenwereld?
Twee mannelijke flamingo’s die voor de kuikens zorgen, anemoonvissen die van geslacht veranderen en slakken die man en vrouw tegelijk zijn. Ook in het dierenrijk is er een brede diversiteit aan seksualiteit en gender, vertelt stadsecoloog Roy Veldhuizen in Vroeg!. ‘Homoseksualiteit is door heel veel onderzoekers onderzocht bij ruim 1700 diersoorten in het wild en het is nog nooit niet gevonden.'
Het is wetenschappelijk bewezen dat seksuele diversiteit wél iets natuurlijks is. Zo zijn de meeste bonobo’s – de aapsoort met welke mensen 99 procent dezelfde genen delen – biseksueel en komen homoseksuele 'activiteiten' vaker voor dan heteroseksuele, aldus het Wereld Natuur Fonds (WNF). Daarnaast werd homoseksualiteit al in 1911 vastgesteld bij pinguïns. ‘Geweld of agressie naar homoseksuele paren is ook nog nooit vastgesteld door onderzoekers. Woestenij is wel gezien bij heteroseksuele paring, omdat een groep niet zit te wachten op een ongeplande zwangerschap. Er is maar één diersoort die ingewikkeld lijkt te doen en dat zijn wij’, vertelt Veldhuizen.
Welke gedragingen en uitingen hebben dieren?
Wel is er een verschil in homoseksuele gedragingen en uitingen, vertelt Veldhuizen. ‘Gedragingen komen vaak voor als het dier nog een beetje aan het oefenen is. Olifanten bijvoorbeeld hebben een grote fallus van anderhalve meter en 27 kilogram. Die hebben ze niet meteen onder controle. Er zitten ook spieren in en daar moeten ze dan mee oefenen. De dames in de groep vinden dat niet fijn, want dan is er kans op een zwangerschap. Dus dan wordt het aangemoedigd om te oefenen op andere mannetjes.’ Naast oefenen zijn het vaststellen van dominantie en spelen ook redenen voor homoseksuele gedragingen bij dieren. Veldhuizen: ‘Bij geaardheid is het zo dat een dier ook in de vruchtbare periode voorkeur heeft voor een soortgenoot van hetzelfde geslacht. Bij sommige aapsoorten gebeurt dat bijvoorbeeld en bij dolfijnen. Dolfijnenvrouwtjes zijn dan jaren samen en brengen ook vruchtbare periodes met elkaar door, bevredigen elkaar en zijn niet meer op zoek naar een mannetje.’
Polygamie in het dierenrijk
'We moeten afstappen van het idee dat elk dier een monogame relatie heeft’, zegt Veldhuizen. Tachtig procent van de diersoorten ter wereld leeft solitair en paart één keer in hun leven. Tijgers en jaguars bijvoorbeeld. Veldhuizen: ‘Er zijn polyamoureuze relaties te vinden in bijvoorbeeld de vogelwereld, waarbij vogels ook driehoeksverhoudingen hebben. En er zijn apensoorten die een soort 'sneaky paringen' doen achter een boom. De menselijke stigma’s rondom polygamie zijn niet zo bekend in de dierenwereld. En in de menselijke geschiedenis eigenlijk ook niet.’
Hoe voeden homoseksuele dieren jongen op?
Dieren die een homoseksuele geaardheid hebben, hebben ook de behoefte om een ei uit te broeden of een jong op te voeden. Veldhuizen: ‘Bij diersoorten zoals geiten en schapen, waar veel jongen geboren worden, is te zien dat de jongste dieren zelf vaak geen kinderen krijgen. Zij helpen bij het opvoeden van de kinderen van de broer of zus. Ze nemen dan zorgtaken op zich, zoals zorgen voor beter eten, oppassen of het schoonmaken van het jong. Bij zwanen is aangetoond dat mannetjes die samen jongen grootbrengen beter zijn in het beschermen van de eieren en de jongen vaker tot volwassenheid weten te brengen dan een heteropaar. Dat komt omdat vaders bij deze diersoort succesvoller zijn met zijn tweeën tegen indringers. Ook zoeken twee mannetjespinguïns die een relatie hebben naar een ei. Ze broeden dan op een steen bijvoorbeeld, maar als die niet uitkomt proberen ze met manoeuvres een ei te stelen van hun buren. De heterokoppels kunnen dan wel weer een nieuw ei leggen.’ Soms komt het zelfs voor dat diersoorten zichzelf kunnen bevruchten of klonen. Veldhuizen: ‘Bij een woestijnhagedissoort bestaan mannetjes helemaal niet meer in de hele populatie. De vrouwtjes van deze soort kunnen zichzelf klonen, om het simpel te zeggen, en hebben dat zo weten te doen dat alle mannetjes niet meer bestaan. Wel grappig is dat ze zichzelf alleen bevruchten wanneer een vrouwtje hen heeft bereden.’
Intersekse in het dierenrijk
Net als bij mensen komt intersekse, en hermafroditisme, ook in de dierenwereld voor. ’In de mensenwereld komt het vaker voor dan we denken', aldus Veldhuizen. 'Een onderzoek suggereert dat dit vaker voorkomt dan roodharigen in de wereld. Daar zouden we meer over moeten spreken.’ Omdat intersekse en hermafroditisme nogal eens door elkaar gehaald worden, legt Veldhuizen het nog een keer uit: ‘Intersekse dieren hebben beide geslachtsdelen of kunnen die krijgen. Vaak denken we aan twee variaties, maar er zijn tientallen vormen mogelijk. Bij hermafroditisme zijn zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen in het lichaam.’ Ook zijn er dieren die van geslacht kunnen veranderen door weersomstandigheden of de omstandigheden om zich heen. Veldhuizen: ‘De clownvis kan dat bijvoorbeeld. Die van Finding Nemo. Deze soort leeft aan de rand van een rif in een anemoon met een groepje van zes tot acht en vaak is er één groot vrouwtje. Wanneer die sterft gaat de groep niet op zoek naar een nieuwe anemoon - want dat brengt gevaren met zich mee – maar verandert het op dat moment grootste mannetje in een vrouwtje. De mannelijke geslachtsdelen verschrompelen dan en de vrouwelijke komen tot uiting. Die zijn al aanwezig sinds de geboorte. Dus waarschijnlijk was Nemo niet op zoek naar zijn moeder, maar naar zijn vader die moeder was geworden. Clownvissen kunnen niet terug veranderen, maar andere vissoorten wel.’
Drag in het dierenrijk
Ook zijn er dieren die zich bewust voordoen als het andere geslacht. ‘De mannelijke kiekendief bijvoorbeeld, die neemt weleens een vrouwenkleed aan en wordt ook kleiner. Ondertussen paart hij dan met vrouwtjes. Het idee hierachter is dat hij minder opvalt en dus niet hoeft te vechten met andere mannetjes. Ook kemphanen doen dit.
Wat kunnen we leren van het LHBTQIA+-dierenrijk?
Ondanks de wetenschappelijk bewezen aanwezigheid van homoseksuele gedragingen en uitingen in het dierenrijk - dus dat niet normatieve vormen van seksualiteit natuurlijk zijn – is het niet vanzelfsprekend dat deze onderzoeken en resultaten altijd overal gepubliceerd worden. De Canadese bioloog Bruce Bagemihl en de Britse Antonia Forster hebben zich sinds de jaren negentig hard gemaakt voor dit onderwerp. Maar, vertelt Veldhuizen, het komt nog steeds voor dat onderzoeken niet gedaan mogen worden, of niet gepubliceerd worden, omdat het onderwerp nog omstreden is in dat land. ‘In Amerika bijvoorbeeld komt dit vaker voor dan in West-Europa. We moeten beginnen bij onszelf. Waarom vinden wij dit zo erg? Bij dieren gaat het om energie. Een homoseksuele gedraging of uiting doet in principe niet heel veel af aan een ander individu, dus waarom zou je daar aandacht aan besteden? Persoonlijk snap ik dit niet. Maar: de culturele complexiteit van mensen is groot in dit onderwerp.’ We kunnen ook op dit onderwerp leren van het dierenrijk. ‘Dieren zijn niet agressief tegenover homoseksuele soortgenoten; laten wij daar ook eens mee stoppen’, aldus Veldhuizen.
Meer over:
lhbtqia+, gender, seksualiteit, diversiteit, dieren, homoseksualiteit, polygamie, vroege vogelsMeld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!