Hoe word je teler van staatswiet?

Dinsdag ging 'de wietproef' met een ruime meerderheid door de Kamer. Er kan nu echt gestart worden met het telen van staatswiet. Een van die telers, genaamd Project C, is een opmerkelijk trio bestaande uit een oud-politicus, een huisarts en een advocaat.

Joep van Meel is een van dat trio. Toen bekend werd dat er gestart zou worden met een gereglementeerde wietteelt-experiment kwam het drietal samen. Ze zagen het als een enorme kans. ‘We hebben sinds 1972 coffeeshops in Nederland, maar de bevoorrading is nooit goed geregeld. De shops mogen wiet verkopen, maar niemand mag het maken’, zegt hij in Na het Nieuws. Om die reden weten mensen die de cannabis roken niet wat ze daadwerkelijk gebruiken. ‘Er zit vaak schimmel op, of pesticiden. En er is een hoop criminaliteit rond die cannabis. Dus wij waren heel blij dat de overheid besloot hier iets mee te doen.’

Compromisexperiment

Het experiment met staatswiet is eigenlijk een compromis tussen de verschillende partijen. CDA en ChristenUnie waren niet enthousiast over de productie van staatswiet, terwijl D66 een groot voorstander was. Om die reden wordt er een test uitgevoerd in tien gemeenten, gedurende vier jaar. Begin volgend jaar worden er telers aangewezen. Dit zullen er naar alle waarschijnlijkheid tussen de zes en de tien zijn. Vanaf dat moment mogen de deelnemende gemeenten alleen de wiet van die telers verkopen. De belangrijkste reden voor de Christelijke partijen om terughoudend te zijn in dit plan, was het gevoel dat dit bijdraagt aan de normalisering van drugs. Dat is volgens Van Meel onzin. ‘In landen waar het al wel gelegaliseerd is zie je dat het gebruik niet toeneemt. Daarbij verkopen we het in coffeeshops, het is niet alsof we het in het bonusschap bij de supermarkt aanbieden. Nee, we moeten zorgen dat mensen het op een verantwoorde manier kunnen kopen.’  

Track-and-trace

Van Meel heeft geen ervaring met wietteelt. Wel rookte hij in het verleden zelf af en toe een joint. Als gebruiker kan hij zich dus goed inleven in hoe het is om niet precies te weten wat je rookt. ‘Dat kan gewoon veel beter.’ De door Van Meel geteelde wiet wordt voorzien van een etiket en een bijsluiter. Daarop is te zien waar de wiet vandaan komt en hoeveel THC erin zit. En de regels rondom dat etiket zijn strikt. Zo mag er geen logo op staan, moet iedere kweker in lettertype ‘helvetica’ werken, en mag alleen de eerste letter van een woord een hoofdletter bevatten. ‘Op zo’n niveau is het uitgedacht. (…) Het moet er neutraal uitzien. Het moet niet uitnodigen om cannabis te gebruiken.’

Het wiet-trio

Peter, de strafrechtadvocaat, kwam met het idee. Van Meel kende Peter al langer. Ook had Peter al contact met Ronald, de huisarts. Zo is het trio gevormd. ‘Op zijn initiatief zijn we een keer bij elkaar gekomen. Wij willen gewoon graag dat dit lukt.’ Er hangt voor de mannen veel vanaf. Ze willen het experiment met de staatswiet laten slagen, omdat anders de discussie daarmee van tafel is. Daarom schreven zij een manifest over hoe dit eruit moet gaan zien.

30.000 vierkante meter

Het is nog niet gezegd dat het trio ook daadwerkelijk een van de staatstelers wordt. Maar ze treffen al flink wat maatregelen. Zo zijn ze van plan de wiet te gaan telen in een bestaande kas. ‘Deze gaan we ombouwen. We hebben natuurlijk maar een beperkte aanlooptijd, ongeveer een jaar, om dit allemaal voor te bereiden.’ En die kas is geen bescheiden ding. 30.000 vierkante meter aan kassencomplex zal worden gebruikt voor het groeien van de cannabis. In deze kassen willen ze zo’n 12 ton cannabis per jaar produceren. Dat komt volgens Van Meel neer op het totale cannabisgebruik van Eindhoven en Breda bij elkaar.

45 miljard omzet

Maar geld om dit te faciliteren is er tot nu toe nog niet. Ze zijn nog druk op zoek naar investeerders en leden voor de coöperatie. Als dat allemaal lukt dan kunnen ze volgens Van Meel rekenen op een totale omzet van zo’n 45 miljard per jaar. ‘Als we op stoom zijn.’ De winst die wordt behaald met het telen van de staatswiet belandt volgens Van Meel niet allemaal in eigen zak, dat wordt namelijk geïnvesteerd in een bijzonder doel. ‘We gaan 30% van onze nettowinst investeren in verslavingszorg en onderzoek.’

Het telen van cannabis is niet zonder risico. ‘We zijn heel druk bezig met veiligheidsplannen. Daar ga ik niet te veel over zeggen op tv. Sabotage is ook een groot risico. Dus daar houden we wel rekening mee.’