Zo richt jij je huis in volgens Chinese feng shui

China, duizend jaar voor Christus. Voor een vruchtbare aarde en optimale oogst moeten boeren in nauw contact staan met het ritme van de planeet. Daarom ontstaat een Chinese kunstvorm, wetenschap en levensstijl die de harmonie tussen de mens en zijn omgeving omschrijft: feng shui.

Drieduizend jaar na het ontstaan van deze filosofie wordt het nog altijd bloedserieus genomen. Van aannemers die weigeren een deurpost op een specifieke plek te plaatsen, tot feng shui meesters die je helpen bij het maken van belangrijke levenskeuzes. Maar wat houdt het eigenlijk in? En hoe kunnen we deze eeuwenoude wijsheid ook zonder enkeltje Peking Express in huis halen?

Letterlijk vertaald betekent feng shui wind en water. Traditioneel staan deze elementen in de Chinese cultuur in relatie tot een goede gezondheid. Een goede gezondheid staat weer gelijk aan geluk. Feng shui is dan ook de filosofie achter hoe je omgeving je mentale gesteldheid én levensloop beïnvloedt en hoe je hier harmonieus mee om kan gaan.

In de kern schrijft feng shui je voor hoe je een plek inricht in lijn met natuurlijke energiestromen, oftewel chi's, zodat kalmte, gezondheid en geluk zij aan zij in de ruimte wonen. Hoe zweverig dit ook klinkt, de basisprincipes van feng shui zijn diep verbonden met onze menselijke natuur: de oerbehoefte naar veiligheid en overzicht.

Het is onmogelijk om feng shui in het kort volledig te doorgronden. Want voor een complete implementatie van deze filosofie, heb je onder andere een Chinees kompas en een I Ching energiekaart nodig. Een klein begin kan echter al kalmte in huis brengen, ook zonder eeuwenoud kompas.

Fengshui schrijft voor dat de deur zichtbaar moet zijn vanuit iedere zitplaats in een ruimte. Dit geeft ons een gevoel van veiligheid en daarmee een gevoel van rust. Als we een deur kunnen zien, hebben we overzicht. We zien zo direct wie er binnenkomt.

In je slaapkamer is dit nog belangrijker. Dit is de plek waar we ons het meest beschermd willen voelen. Daarom geeft feng shui duidelijke richtlijnen voor de positie van je bed. Plaats deze altijd met het hoofdeinde tegen de muur. Met het oog op, maar niet in een directe lijn met de deurpost. Zo houd je onwelkome energiestromen buiten en kan iemand die binnenkomt je niet direct zien liggen. Dit vergroot ons gevoel van veiligheid.

Balans in de inrichting staat bij feng shui hoog in het vaandel. Zo horen stoelen het liefst in een vierkant te staan en moeten beiden zijden van het bed er hetzelfde uitzien. Is het niet mogelijk om aan beide kanten hetzelfde nachtkastje neer te zetten? Dan is het in beter om, in lijn met deze filosofie, te kiezen voor géén nachtkastje. En als er links een plant staat, bevorder je de feng shui door er rechts ook een neer te zetten.

Kamerplanten zorgen bovendien voor evenwicht in de energiestromen doordat ze, zo stelt feng shui, de slechte energie bestrijden. Dat verklaart gelijk waarom een plant een ruimte altijd huiselijker laat aanvoelen.

Elke ruimte in huis behoort zijn eigen essentie te hebben. Zo is de slaapkamer een ruimte van rust, ontspanning en liefde en is de woonkamer een plek voor familie. Het liefst beperk je je inrichting dan ook aan de hand van deze essentie: plaats familiefoto’s in de woonkamer en houd elektronica buiten de slaapkamer.

Tegenwoordig is het moeilijk om je hieraan te houden. Zeker voor studenten, wiens slaapkamer ook de studeer- en woonkamer is, is dit lastig. Van belang blijft dan nog altijd dat elke functie zijn eigen plek krijgt. Studie- of werkgerelateerde zaken aan een kant, ontspanning- en slaapgerelateerde zaken aan de andere. Zo deel je je kamer symbolisch in. Ontkom je er niet aan om je bureau in je slaapkamer te plaatsen? Zet deze dan naar het noordoosten. Volgens de feng shui is dit de richting van kennis en wetenschap.

Brede doorlooppaden, duidelijke plekken voor specifieke spullen, geen voorwerpen die je nooit gebruikt. Een goed opgeruimd huis zonder onnodige spullen zorgt voor overzicht. En een vrij stromende chi. Maar ook zonder te denken in energiestromen, komt dit neer op het bekende idee van minimalisme en hoe dit leidt tot rust in je hoofd.

Geen rommel betekent ook geen spullen weggestopt op plekken waar je het niet kan zien, zoals onder je bed. Voor een vrije energiestroom zijn open ruimtes nodig. Een grote verzameling spullen onder je bed verstoort die stroom en kan zo je slaap negatief beïnvloeden. Woon je klein en is het onmogelijk om niets onder je bed te bewaren? Houd het dan op zachte spullen die te maken hebben met slaap, zoals dekens en beddengoed.