Chris, Nienke, Jurre, Raïsha, Max en Sahil laten zien hoe mooi onze planeet is en hoe je als reiziger met een duurzame en inclusieve instelling een verschil kunt maken.
40 miljoen toeristen: zo ontwijk je ze tijdens je reis door Japan
14-05-2025
leestijd 4 minuten
Japan kampt met overtoerisme. In 2024 ontving het land 36,89 miljoen reizigers, ongeveer zoveel bezoekers als inwoners van de agglomeratie Tokio. Het land staat niet kwaadwillend tegenover reizigers, maar ze vinden wel dat de instroom beter verdeeld moet worden.
Om de reizigers te verspreiden, probeert de Japanse overheid andere regio’s op de kaart te zetten. Buiten de gebaande paden reizen, dus. Maar dat biedt nog steeds een enorm aantal mogelijkheden. Zoek je bijvoorbeeld een alternatieve stedentrip of wil je de natuur in? Wil je door de Edogeschiedenis wandelen of wil je het onderwaterleven induiken? Wij nemen je mee langs de vele gezichten die Japan te bieden heeft voor reizigers die graag hun eigen koers varen.
Dit is misschien wel een van de meest bereikbare regio’s om het massatoerisme te ontwijken. Waar de regio het meest bekend om is, zijn de Olympische Winterspelen van 1998 en aapjes in heetwaterbronnen. Het ene is lang geleden en de andere is een toeristische attractie – en daar komen we juist niet voor. Gelukkig heeft deze plek veel meer te bieden. Zo is Matsumoto, bekend van het best bewaarde samuraikasteel van Japan, een rustige, maar zeker geen saaie stad. Laten we zo zeggen: de millennial hipster gedijt hier. Je vindt hier genoeg alternatieve kleding- en vintagewinkels en sfeervolle bars, koffietenten en restaurants aan de Metobarivier. Met de razendsnelle trein ben je al binnen anderhalf uur vanaf Tokio in de stad Nagano, vanwaar het nog een uur met de trein naar Matsumoto is.
Tussen Matsumoto en Nagatsugawa vind je de Kisovallei, misschien wel een van de beste regio’s om het authentieke Japan te beleven. Hier vind je de “Nakasendo Trail”, onderdeel van de oude postroute uit de Edoperiode die essentieel was voor de handel destijds. Dit was de hoofdader tussen de keizerlijke stad Kyoto en Tokio – toen nog ‘Edo’ genoemd. Langs deze Nakasendo Trail vind je Japanse dorpen waar de tijd sinds de Edoperiode (1603 – 1868) lijkt stil te staan. Met name Magome, Tsumago en Nagiso zijn de moeite waard als je van hikes houdt.
Hoe je dat aanpakt? Het beste overnacht je in Magome (dat kan hier in een authentieke ryokan of zelfs in een tempel) en begin je de volgende ochtend vroeg met je wandeling richting Nagiso om einde middag weer in Matsumoto te zijn. Je wandelt dan door de bossen, langs een oud theehuis waar je gratis een kop op hout gestookte thee mag inschenken en er zijn genoeg schitterende vergezichten op je route. Tussendoor rinkel je de berenbellen die hier om de honderd meter zijn opgehangen, want je begeeft je in het gebied van de Aziatische zwarte beer. Tsumago is in de planning perfect om even rustig te lunchen. In totaal is de route, die je kan afleggen in vier uur, zo’n twaalf kilometer. Eenmaal in Nagiso neem je dan een trein naar Nakatsugawa, waar je overstapt naar Matsumoto, verder naar het zuiden gaat richting Kyoto of naar het noordwesten richting de Japanse Alpen en sprookjesdorpen van Shirikawa-Go.
Ongerepte natuurgebieden aan de Japanse westkust
Vanuit Nagano dus makkelijk te bereiken, is de ruige kustlijn. Je komt hier voornamelijk als je houdt van weelderige natuurgebieden, zoals de Japanse Alpen. Als uitvalsbasis kan je dan het beste overnachten in de steden Toyama, Kanazawa of Fukui. Meer noordelijk vind je de bruisende stad Niigata, waar je het eiland Sado kan bezoeken dat voor de kust ligt. Als laatste hebben we meer zuidelijk gelegen een andere bijzondere kustregio in de aanbieding, namelijk Tottori. Hier vind je een UNESCO-park dat bizar veel natuurwonderen telt. Trek die veters in je wandelschoenen dus maar strak vast!
De Zuid-Japanse eilandenarchipel staat bekend als een zogenaamde ‘ Blue Zone’, een plek waar bovengemiddeld veel mensen ouder dan honderd worden. Misschien dus niet een bestemming voor losbollen, maar wel een om te leren hoe je zelf zo lang mogelijk van het leven kan genieten. Je kan vanuit Osaka of Tokio zowel per vliegtuig als per boot naar de eilanden. Een bootreis is duurzamer maar duurt meerdere dagen. Met het vliegtuig ben je er binnen twee á drie uur.
Okinawa heeft prachtige natuurlijke landschappen, waaronder watervallen, grotten en bossen. Enkele aanbevolen plaatsen zijn de Hiji Waterval, Gyokusendo Cave en Nago Pineapple Park. Enkele populaire stranden van het eiland zijn Mission Beach en Cape Zanpa. Je kan er zwemmen, snorkelen en duiken om de onderwaterwereld te verkennen. Echt een duikfanaat? Neem dan de boot naar de Kerama- en Yaeyama-eilanden, waar je door het kraakheldere water nog beter het onderwaterleven induikt. Ook een bezoek waard is de Gyokusendogrot, de grootste druipsteengrot van Japan.
Een grote stad ten noorden van Tokio die ook interessant is om te bezoeken, is Sendai. Een aanrader hier is Matsushima, een rustige baai met mooie, kleine eilanden voor de kust. Eilanden die niet alleen fraai zijn voor het oog, maar ook voor de bewoners van Sendai zelf. Door deze eilanden, die vol staan met bomen, werd de stad minder hard geraakt door de tsunami die werd veroorzaakt door de grootste zeebeving ooit gemeten in Japan in 2011. Een andere plek die je als natuurliefhebber niet mag missen, is de Okamakrater.
Sendai is net als iedere grotere stad in Japan natuurlijk ook in het bezit van een aantal schitterende tempels. Het kasteel van Sendai is erg bekend, maar ga ook kijken bij de Rinnojitempel en de Zuihodentempel. Ben je op zoek naar een foto om mee te pronken op je socials? Ga dan ’s avonds naar de straten Jozenji-Dori en de Aoba-Dori, waar lichtjes in de bomen de straten verlichten. Wie wil gaan winkelen en hedendaagse kunst wil zien, komt het beste aan zijn trekken in de Miyagi Museum of Art en de Sendai Mediatheque.