Zorgverzekeraar VGZ wint kort geding over afbouw antidepressiva

In Nederland krijgen jaarlijks meer dan een miljoen mensen een antidepressivum voorgeschreven. Een deel lukt het niet om te stoppen omdat ze bij het standaard afbouwschema onttrekkingsverschijnselen krijgen. Die kunnen variëren van hoofdpijn en duizeligheid, tot soms ook heftige slaapstoornissen en angsten. Naar schatting krijgen elk jaar tussen de 60.000 tot 180.000 patiënten die proberen te stoppen hier last van. 

Het standaard schema dat per week afbouwt, wordt ‘tabel 3’ genoemd en is opgesteld door De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP). De vier grote verzekeraars vergoeden afbouwmedicatie in principe alleen als de patiënt via tabel 3 afbouwt. Maar volgens de NVvP is dat in strijd met de gemaakte afspraken. “Het is een voorbeeldtabel, en er staat ook heel nadrukkelijk in dat als je daar niet mee uitkomt, je dus langzamer en met kleinere doseringen zou moeten kunnen werken.” Ook in die gevallen zouden verzekeraars gaan vergoeden, zei de voorzitter van de NVvP, Elnathan Prinsen in de Zembla-uitzending ‘Stoppen met de pillen’.

Mensen die last krijgen van onttrekkingsverschijnselen, kunnen er baat bij hebben om via op maat gemaakte doseringen af te bouwen.

Antidepressiva in lage doseringen zijn echter door de farmaceutische industrie nooit op de markt gebracht. Sinds 2015 maakt de Regenboog Apotheek uit Bavel als enige apotheek wel afbouwmedicatie op maat, verpakt in zogenoemde ‘taperingstrips’. 

Maar daar hangt een prijskaartje aan. Een strip met pillen voor 1 maand afbouwen kost tussen de 60 en 150 euro. Veel patiënten kunnen dat niet zelf betalen. Maar de grote verzekeraars, waaronder VGZ willen de methode niet vergoeden.

Kijk de uitzending 'Stoppen met de pillen':

In een eerdere bodemprocedure hierover, oordeelde een rechter dat per dag afbouwen een effectief alternatief is voor afbouwen per week via tabel 3. VGZ is het niet eens met die uitspraak, omdat er geen wetenschappelijk bewijs voor is. Daarom is de verzekeraar in beroep gegaan tegen die uitspraak. De mondelinge behandeling daarvan dient op 5 oktober. 

In de tussentijd eist de Vereniging voor Afbouwmedicatie dat VGZ het eerdere vonnis uitvoert en alternatieve afbouwschema’s, zoals de taperingstrips, vergoedt voor de patiënten. Daarom had de vereniging een kort geding aangespannen.             

VGZ zei tijdens de eerdere bodemprocedure het volgende mondeling toe: als een arts toelicht dat het niet mogelijk is voor de patiënt om antidepressiva af te bouwen via tabel 3, dan zal VGZ alternatieve afbouwmedicatie vergoeden.

Volgens de Vereniging voor Afbouwmedicatie beloofde VGZ daarmee om in zo’n geval dagdoseringen te vergoeden. Maar de zorgverzekeraar ziet dat anders. VGZ heeft naar eigen zeggen nooit het woord ‘dagdosering’ gebruikt. De zorgverzekeraar zegt dat de belofte inhoudt dat VGZ in zo’n geval een alternatieve weekdosering vergoedt en dus niet de dagdoseringen. 

VGZ zegt dat ze als verzekeraar namelijk ook moet kijken naar welke werkzame afbouw het meest economisch is voor de zorgverzekering. Omdat de taperingstrips een stuk duurder zijn dan afbouwen via weekschema’s, weigert de zorgverzekeraar om economische redenen de taperingstrips te vergoeden, ook als alternatieve afbouwdosering. 

De rechter gaat mee in de uitleg van de verzekeraar: “Uit de overweging van de rechtbank blijkt niet dat zij bij de toezegging van VGZ zoals de rechtbank die heeft begrepen dagdoseringen op het oog heeft gehad. Dat staat eenvoudigweg niet in de tekst te lezen, ook niet in de context van het gehele vonnis.” 

Het hoger beroep in de bodemprocedure is op 5 oktober.