‘Toezichthouder ziet verbetering bij slachters’

De toezichthouder ziet vooruitgang sinds de controles meer worden gericht op slachterijen die slecht presteren. Bedrijven die het langere tijd goed doen, krijgen juist minder bezoek van de inspecteurs. Aan de hand van controlelijsten delen inspecteurs van de NVWA met de slachterijen wat er wel en niet goed gaat tijdens het slachtproces. Daarbij wordt vooral gekeken naar risico-onderdelen als hygiënisch werken en dierenwelzijn. Uit analyse van de controlelijsten ontstaat een beeld van de naleving bij een bedrijf. Wanneer een slachthuis langere tijd aantoonbaar goed presteert kan het aantal controles omlaag. Bij niet-naleving gaat het aantal controles juist omhoog.

De nieuwe werkwijze waar de NVWA eerder dat jaar op overstapte, begint volgens de inspectie, vruchten af te werpen. Bij grote zogenoemde roodvleesslachterijen, die de slacht van 90 procent van de runderen, paarden, varkens, schapen en geiten voor hun rekening nemen, gingen op veel onderdelen de scores omhoog.

Werd eind 2014 nog maar 79 procent van het eindproduct goedgekeurd, eind 2016 was dat percentage gestegen tot 94. Bij het ontsmetten van messen en ander gereedschap worden de regels nageleefd in 96 procent van de gevallen, eind 2014 was dat nog 92 procent.

Karkasverontreiniging
Slachterijen moeten wel meer doen om verontreiniging van karkassen tijdens het slachtproces te voorkomen. Volgens de laatste cijfers worden bij 16 procent van de controles tekortkomingen geconstateerd op dat punt. Dat betekent nog niet dat het vlees wordt afgekeurd. Vaak is een fout nog te herstellen, lichtte een woordvoerder van de NVWA toe. ,,Vlees rond een verontreinigde plek kan bijvoorbeeld worden weggesneden.''

In de ZEMBLA uitzending ‘ Sjoemelen met vlees ’ (2013) verklaren keurmeesters van de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) dat binnen de Nederlandse slachterijen ziekteverwekkende bacteriën als E.coli op vlees terechtkomen dat voor menselijke consumptie wordt geproduceerd. Ook vlees dat afkomstig is van zieke dieren belandt in de voedselketen.

De Onderzoeksraad voor Veiligheid constateerde in 2014 dat de voedselveiligheid in het geding was. ,,De overheid is er ten onrechte van uit gegaan dat het bedrijfsleven meer verantwoordelijkheid zou nemen'', stelde de raad destijds.
De grote roodvleesslachthuizen staan onder permanent toezicht van de NVWA en nemen 90% van de productie voor hun rekening. De overige 10% van de productie is afkomstig van kleine en middelgrote slachthuizen. Daar wordt incidenteel tot enkele dagen per week geslacht.

(Bron: ANP/NVWA)