Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek
'Nederland loopt gevaarlijk achter in strijd tegen cybercrime'
29-11-2017
• leestijd 2 minuten
•
93 keer bekeken
• 
Er moet een apart instituut komen voor cybersecurity. Dat vinden D66, CDA en VVD. Volgens het AD en Telecompaper willen de partijen zo’n instituut omdat Nederland nu ‘gevaarlijk achterloopt’ als het gaat om onderzoek naar cybersecurity. Dat zou onder meer komen doordat experts vaak naar het buitenland vertrekken.
Zembla toonde vorig jaar in de uitzending ‘
Hacken voor dummies
’ al aan dat een beetje hacker zo bij kopieën van je paspoort, je wachtwoorden en je belastinggegevens kan. Maar ook zeer vertrouwelijke informatie van beursgenoteerde bedrijven en overheidsinstellingen bleken redelijk eenvoudig te achterhalen. Zo ontdekte Zembla dat ruim 700 pagina’s vertrouwelijke politiedossiers over terrorisme van Europol gedurende langere tijd voor iedereen toegankelijk waren via internet.
Terrorismedossiers van Europol uitgelekt
Lees ook: '
Terrorismedossiers van Europol uitgelekt
'
Om dit soort situaties te voorkomen vindt D66-Tweede Kamerlid Kees Verhoeven dat Nederland voorop moet gaan lopen als het gaat om cyberveiligheid. Het kabinet heeft het thema al tot prioriteit gemaakt en wil 95 miljoen euro investeren. Verhoeven is daar blij mee, maar vindt dat ‘we moeten doorpakken’:
"We moeten voorkomen dat topspecialisten in cybersecurity naar het buitenland vertrekken. Met het instituut en meer geld voor onderzoek maken we het academische werk in Nederland op dit gebied aantrekkelijker. We hebben de slimmeriken hier hard nodig."
D66, CDA en VVD vragen woensdag bij de behandeling van de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid aan minister Grapperhaus te kijken naar de mogelijkheden voor het oprichten van zo’n instituut.
Kijk de uitzending 'Hacken voor dummies':
Meer over:
hacken-voor-dummiesPraat mee
0/1500
Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.