Mollerlyceum twee keer achter elkaar geconfronteerd met aanslag
29-03-2017
•
leestijd 9 minuten
•
531 keer bekeken
•
‘We hebben echt een knauw gekregen’
Het is woensdag 22 maart. Twee middelbare schoolklassen van het Mollerlyceum uit Bergen op Zoom zijn op studiereis in Londen. Met een groep van bijna vijftig tieners en nog eens vijftig leerlingen van de ZoomMAVO zijn ze naar de hoofdstad van Groot-Brittannië gereisd. Het lyceum wil de leerlingen via dit soort studiereizen bewust maakt van hun Europese burgerschap.
Tien meter van het drama
Eén klas, de leerlingen zijn rond de zeventien jaar, is op bezoek bij het Brits parlement. Ze staan aan de voet van de Westminster Bridge waar toeristen wandelen en foto’s maken van het parlementsgebouw. Er is ook een klas uit Frankrijk op schoolreis. Dan rijdt er op steenworp afstand van de leerlingen uit het niets opeens een auto op de mensen in. Een man stapt uit. Hij heeft een mes en steekt een agent neer. Politie komt in actie. Er vallen schoten. Sommige leerlingen van het lyceum staan op nog geen tien meter van het drama en slaan in paniek op de vlucht. Drie leerlingen van de Franse school raken gewond. De kinderen van het Mollerlyceum komen met de schrik vrij.
Ook op de kerstmarkt in Berlijn
Dezelfde schrik overvalt het lyceum nog geen half jaar geleden, als een groep leerlingen op een kerstmarkt is in Berlijn. Ze blijken vlakbij de plek te zijn waar een man met een vrachtwagen op de menigte inrijdt en twaalf mensen doodt. Ook dan blijven de leerlingen ongedeerd, maar het maakt de angst niet minder.
Hoe reageer je als school op zulke traumatische ervaringen? En kun je nog wel op schoolreis naar grote steden in Europa? ZEMBLA sprak erover met de directeur van het Mollerlyceum, Frank Looijen.
Ouders bellen
“15:47. Ik zie de tijd nog voor me. Toen kreeg ik het eerste telefoontje van een ouder wiens kind in Londen was en naar huis had gebeld dat er een aanslag was gepleegd. Ik stond op dat moment in een winkel en ben meteen naar school gereden. Dat is heel onwerkelijk. De eerste vraag die je automatisch stelt is: is er niets mis met de kinderen? Toen we wisten dat iedereen ongedeerd was, en gelukkig was dat vrij snel, hebben de docenten daar meteen alle kinderen de opdracht gegeven om hun ouders te bellen.
Belang van leerlingen en ouders voorop
Het nare is: je weet dat ze ongedeerd zijn, maar nog niet wat er precies aan de hand is. En dus wil je maar een ding: ze daar zo snel mogelijk weg hebben. Er gebeurt veel in korte tijd en er spelen allemaal verschillende belangen. Zo werden we overvallen door media die van alles wilden weten. Maar vanaf het eerste moment heb ik gezegd: het belang van de leerlingen en de ouders moet voorop staan. Alles wat je doet, doe je om zo rustig mogelijk te werken aan het veilig terughalen van leerlingen en het contact houden met hun ouders.
Lees ook de reactie van vmbo-school 't Venster uit Arnhem op de aanslagen onderaan dit interview.
Hulp van de gemeente
We hebben op school wel een calamiteitenplan, maar niet voor zo’n specifiek voorval. Wat ons erg heeft geholpen is dat de gemeente ons meteen benaderde voor een crisisberaad. We zijn gelijk met een groep bij elkaar gekomen: iemand van slachtofferhulp, iemand van de GGD, iemand met media-ervaring en een coördinator veiligheid. Opeens zit je dan met allerlei disciplines bij elkaar voor dat ene belang. Dat sterkt. Ik ben ze erg dankbaar.
Slachtofferhulp
Zo hadden we zonder de hulp van de gemeente misschien niet meteen aan slachtofferhulp gedacht. Nu waren er op de avond dat de leerlingen terugkwamen mensen op school aanwezig van slachtofferhulp. Zulke deskundigen weten waar je op moet letten in dit soort situaties en zijn aanwezig op de achtergrond om te kijken hoe mensen reageren.
‘Blijf allemaal voor me lopen’
De dag na terugkomst hebben we een soort inloopspreekuur gehouden met slachtofferhulp. Daar hebben de leerlingen ook echt gebruik van gemaakt. De docenten die in Londen waren ook. Zij hebben een grote verantwoordelijkheid moeten dragen. Een van de docenten vertelde dat hij steeds maar tegen de leerlingen zei: “Blijf allemaal voor me lopen”, in de hoop dat hij ze beter kon beschermen. Dat lijkt op het moment zelf misschien niet zwaar, maar achteraf moet je dat wel verwerken. Zij hebben ook extra aandacht nodig.
Iedereen verwerkt het op zijn eigen manier
Nu kijken we samen met de GGD of er een vervolg nodig is. Dat weet je nooit natuurlijk. Iedereen heeft het op zijn eigen manier meegemaakt: de een heeft het van dichtbij zien gebeuren, de anders heeft niets gezien maar wel gehoord en allemaal verwerken ze dat op hun eigen manier. Dat proberen we nu goed in de gaten te houden.”
Kerstmarkt in Berlijn
In december vorig jaar was een groep van vijf leerlingen van het Mollerlyceum in Berlijn op een van de vele kerstmarkten, toen een man op een kerstmarkt inreed met een vrachtwagen en twaalf mensen doodde. Per toeval was dat vlakbij de kerstmarkt waar de leerlingen toen waren. De leerlingen waren de bus uitgestapt en konden kiezen: linksaf naar een kerstmarkt of rechtsaf naar een andere kerstmarkt. Ze gingen naar links, de aanslag werd rechts gepleegd. Er zat ongeveer een kilometer tussen. De leerlingen bleven ongedeerd, maar de schrik zat er goed in. Wat doet dat met een school, twee zulke traumatische ervaringen achter elkaar? En kun je nog wel onbezorgd op reis met een klas? Directeur Looijen vindt het moeilijk:
“Godzijdank is er toen ook niets misgegaan, maar we hebben wel meteen alle leerlingen naar huis gehaald. Net als nu. Want ook al waren ze niet direct bij de aanslag, ze waren er wel vlakbij en er was veel onrust en paniek. Ook toen dacht ik maar één ding: ze moeten daar zo snel mogelijk weg.
Het wrange is: we zijn een Europese leerroute school. We werken bewust aan Europees burgerschap en daar horen dus reizen naar andere Europese landen bij. Daar willen we helemaal niet mee stoppen. Maar tegelijk merk ik dat we echt een knauw hebben gekregen. De afgelopen week heb ik veel scholen horen zeggen dat we ons niet bang moeten laten maken. Ik snap dat wel, maar vanaf de zijlijn is het misschien toch makkelijker oordelen. Wij hebben het nu meegemaakt en het is helaas erg dichtbij gekomen. Dan realiseer je je pas wat een impact het heeft.”
Eerst goed verwerken
Looijen wil en kan nog niet op de zaken vooruitlopen: “Ik denk dat we dit eerst goed moeten verwerken met elkaar. We zullen het gesprek moeten aangaan en met docenten en ouders de vraag moeten stellen hoe we hier in de toekomst mee om moeten gaan. En dat is een groot dilemma. Want waar leg je de grens? Ik heb ooit op een school gewerkt waar we een reis naar Afrika hadden gepland toen er een negatief reisadvies kwam. Dan heb je een duidelijke legitimatie om af te zeggen. Maar een negatief reisadvies voor wereldsteden in Europa zal er waarschijnlijk niet komen. En dan moet je het zelf maar inschatten.
De vraag is nu dringender
Na de aanslag in Berlijn vroegen bezorgde ouders ons wat we wilden doen met andere schooluitjes. De reis naar Londen stond toen al gepland en we hebben toen gezamenlijk besloten het door te laten gaan en ons niet gek te laten maken. Maar ik merk dat de vraag nu dringender is. Als je nu tegen me zegt: we gaan dit jaar weer kerstmarkten opzoeken, dan zou ik dat niet wijs vinden. Het ligt gevoeliger nu. Er komen veel mensen naar dat soort plekken, het is heel massaal. Dat baart me nu zorgen, of ze nou terecht zijn of niet.
Het lastige is: het gaat nu over aanslagen in grote steden, maar we laten ook kinderen naar Oosterrijk gaan om te skiën. En iedereen weet dat als je in een bus zit, er dan ook risico’s zijn die je blijkbaar durft te nemen. Dan weet je dat het allemaal goed is geregeld. Maar nu kijken we daarnaar vanuit een heel andere context. En het zal nog wel even duren voordat we daar echt een antwoord op hebben.”
Praten met andere scholen
Wat sowieso goed is om te weten, is wat je kunt doen als school als zoiets je overkomt, denkt Looijen: “Dat geeft vertrouwen. Na de aanslag ben ik door drie andere scholen gebeld met de vraag hoe we hiermee zijn omgegaan. Ik denk ook dat het goed is dat soort ervaringen te delen met elkaar. Ook intern met docenten en ook met ouders. Maar ik vind dat we onze aandacht eerst op de verwerking moeten richten. De leerlingen die in Londen waren, hebben ruimte nodig om hun verhaal te doen. En wat me opvalt, gelukkig, is dat ze er op een rustige manier mee omgaan. Ze zijn mijn collega’s, de docenten die erbij waren, erg dankbaar voor de manier waarop ze zich over hen hebben ontfermd. Op dat moment vervullen zij toch een soort ouderlijke rol. En je merkt echt dat ze het als groep met elkaar verwerken. Hoe vreselijk het ook is dat we dit nu weer moeten meemaken, het is wel hartverwarmend om dat te zien.”
Tijdens de aanslag in Londen waren er meer Nederlandse klassen in de Britse hoofdstad zoals de leerlingen en docenten van het Graaf Huyn College uit Geleen. Zij braken hun schoolreis niet af na het drama, onder andere omdat ze in een ander deel van de stad zaten en weinig van het nieuws hadden meegekregen. Het AD schreef vorige week dat er bij grote reisspecialisten geen annuleringen van studiereizen zijn binnengekomen. De vmbo-school ’t Venster uit Arnhem zegde een geplande studiereis naar Londen wél af. Na de aanslag in Berlijn afgelopen december had de directeur van de school, Hans Witt, ook al een studiereis naar een kerstmarkt geannuleerd.
Na Berlijn voelde het niet goed
Volgens Witt is het niet te doen als school om een vast beleid voor aanslagen te hebben en is het een kwestie van ‘goede antennes’. Daarover zegt hij: “Na de aanslag in Berlijn kreeg ik allerlei telefoontjes van bezorgde ouders. Ze voelden zich niet veilig, vonden het een nare gedachte hun kinderen naar een kerstmarkt te laten gaan. Als je met je eigen gezin op reis gaat, beslis je daar zelf over in het klein, maar wij hebben een grote verantwoordelijkheid. Dan moet je echt goed nadenken wat je doet. Na Berlijn voelde het niet goed en hebben we het afgeblazen.”
Niet uit angst
Het uitje naar Londen werd om een andere reden geannuleerd, legt Witt uit: “Dat was meer omdat die stad nu toch in rouw is. Zo’n reis moet vooral leerzaam en leuk zijn en zou nu opeens een heel andere lading krijgen. Het is niet uit angst dat we niet gaan. Ik denk dat de kans statistisch gezien nu alleen maar kleiner is dat daar weer iets gebeurt. Maar het is nu niet de goede ambiance.”
Onschuld kwijt
Witt merkt dat er verdeeldheid is over het onderwerp: “Veel ouders zijn bezorgd, maar mensen zeggen ook dat we niet moeten zwichten voor geweld en intimidatie. Ik merk dat ook bij mijzelf. Ik schrik hiervan en vraag me of we dit nog wel moeten willen. Tegelijk vind ik studiereizen een waardevol onderdeel van ons onderwijs en zou dat nooit willen opgeven. Maar het is niet meer zo eenvoudig als het ooit was. De wereld is ingewikkelder geworden. We zijn toch een beetje onze onschuld kwijt."
We zullen hiermee moeten leren omgaan
Volgens Witt kunnen we niet meer de ogen sluiten voor wat er speelt in de maatschappij: “Iedereen is alerter, denkt meer na over de risico’s. Daar is geen ontkomen aan. Ik vind niet dat we nu alleen nog maar naar de Efteling moeten, daar kan immers ook van alles misgaan, maar we zullen ons wel anders op buitenlandtrips gaan voorbereiden. We hadden altijd al een telefoonlijst voor noodgevallen maar ik denk dat we daar nu bewuster mee om zullen gaan voordat we vertrekken. Je opsluiten in een donkere kamer en hopen dat het overgaat werkt in elk geval niet. We zullen hiermee moeten leren omgaan.”