Lobbyisten kunnen niet langer de werkkamer van een Kamerlid binnenwandelen
25-01-2018
•
leestijd 3 minuten
•
152 keer bekeken
•
Lobbyisten die politieke besluitvorming proberen te beïnvloeden kunnen vanaf volgende maand niet meer vrij door de wandelgangen en in de werkkamers van Kamerleden komen. Dat schrijft Trouw donderdag.
De lobbyisten zijn al langer onderwerp van gesprek. Vorig jaar werd het zogeheten 'lobbyverbod' ingevoerd. Dat verbod houdt in dat m
inisteries niet meer in gesprek mogen met oud-bewindspersonen die binnen twee jaar na hun vertrek aan de slag gaan als lobbyist. Dat verbod gold al
voor het ministerie van Defensie, maar nu ook voor alle departementen.
Het beleid is nu ook in de Kamer aangepast omdat het passenbeleid voor lobbyisten moest worden geëvalueerd. Kamervoorzitter Khadija Arib: "Een andere reden heeft te maken met de veiligheid of beveiliging van het Tweede Kamergebouw."
Belangen
In een reactie op het nieuwe beleid zegt Lobbyistenorganisatie Beroepsvereniging voor Public Affairs: "Voor de kwaliteit van de besluitvorming is een goed en eenvoudig te organiseren contact tussen de politieke besluitvormers en de belangen vanuit de samenleving van groot belang. Lobbyisten reiken deze belangen aan."
De lobbyisten mogen dan niet meer in de gangen en kamers van de Kamerleden komen, ze kunnen nog wel terecht in de de Statenpassage, de centrale hal van het Tweede Kamergebouw en op de publieke tribunes. Als ze in beveiligde gebieden willen komen, moeten ze een afspraak maken.
Kind aan huis
Lobbyisten en belangenbehartigers zijn kind aan huis in de Haagse politiek. De UvA bracht vorig jaar
in kaart
welke tweehonderd lobbyorganisaties het vaakst worden uitgenodigd voor hoorzittingen in de Tweede Kamer en wie het vaakst voorkwam in de agenda's van ministers. In meer dan de helft van de gevallen zijn het oud-politici die als lobbyist gaan werken. Ze weten de weg in de Haagse politiek en hebben een groot netwerk. Uit de analyse blijkt dat PvdA, VVD en CDA de meeste oud-politici leveren die als lobbyist aan de slag gaan. Een voorbeeld hiervan is oud-minister Maxime Verhagen (CDA) die sinds 2013 voorzitter is van Bouwend Nederland en lobbyt voor de bouw.
Uit het Uva-onderzoek blijk dat VNO-NCW de op een na grootste lobbyist is. 'Onderkoningen' noemde SP-Kamerlid Renske Leijten lobbyisten vorig jaar in Nieuwsuur. "VNO-NCW zegt altijd: als wij een wet niet zien zitten, dan komt die er niet. Dat is toch ongezond?" Op de eerste plaats staat de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten, de VNG.
Gewogen beslissing
In
Nieuwsuur
zei oud-VVD-politica en oud-voorzitter van de VNG Annemarie Jorritsma dat lobbyen juist zoveel mogelijk moet gebeuren: "Ik vind dat ieder Kamerlid, iedere minister, iedere ambtenaar vooral moet horen welke belangen er allemaal spelen. Zo kun je een afgewogen beslissing maken."
Dat de lobby ook verkeerde invloed op beleid kan hebben, blijkt onder andere uit de ‘
Minister van tabak
’. Daarin is te zien hoe de tabaksindustrie beleid probeert te beïnvloeden. Niet ten gunste van de volksgezondheid maar ten gunste van het eigenbelang. Bekijk hier een fragment uit die uitzending:
Glyfosaat
Ook de ZEMBLA ‘
De gen-tech lobby
’ laat zien hoe grote bedrijven zoals in dit geval Monsanto een vinger in de pap proberen te krijgen bij het opstellen van nieuw beleid. Monsanto wil niet dat haar onkruidverdelger glyfosaat verboden wordt en heeft een grote lobby opgezet in Brussel om dat te voorkomen. Eind vorig jaar besloot het Europees Parlement dat Lobbyisten van Monsanto
niet meer welkom is
in het Europees Parlement. Monsanto was gevraagd mee te werken aan een parlementaire hoorzitting maar de multinational weigerde mee te werken. "Diegene die de democratische regels negeert, verliest ook zijn rechten als lobbyist in het Europees Parlement", zei Phillippe Lamberts, de leider van de Europese fractie van de Groenen/Vrije Europese Alliantie in een reactie.
Bekijk hier een fragment uit de uitzending over Monsanto en glyfosaat: