Jeugdzorg extra alert op loverboys
15-06-2014
• leestijd 1 minuten
Slachtoffers worden onvoldoende gesignaleerd. Jeugdzorg Groningen gaat personeel van jeugdzorginstellingen trainingen geven om beter signalen van loverboypraktijken bij jongeren te herkennen. Het vermoeden bestaat dat veel meer tieners in de gesloten behandelsetting slachtoffer zijn. Dat zegt directeur Jeugdzorg Groningen, Martin Sitalsing in het Dagblad van het Noorden.
Uit onderzoek van ZEMBLA bleek dat vorig jaar 1141 keer jongens en meisjes vermist raakten uit gesloten jeugdzorginstellingen, waarvan 700 keer langer dan 24 uur. Het betrof in ieder geval negentig meisjes met een loverboy-achtergrond. Het aantal ligt waarschijnlijk hoger, omdat vijf van de veertien instellingen geen antwoord gaven of konden geven omdat ze dit niet registreren.
Volgens de directeur is het probleem bij de jeugdzorginstellingen dat er te veel wordt gekeken naar de gedragsproblematiek en niet naar mogelijk slachtofferschap.
'
Dat we ze niet allemaal in beeld krijgen, heeft te maken met het feit dat we de problemen onvoldoende signaleren. Sommige loverboys hebben nog veel controle op hun slachtoffers in instellingen. Sommige slachtoffers zoeken ook bewust zelf de loverboys op
', zegt Sitalsing.
Sitalsing gaat binnenkort ook over de verborgen loverboy-problematiek praten met politie en justitie.
De Nationaal Rapporteur Mensenhandel, Corinne Dettmeijer, heeft zich eerder ook al kritisch uitgelaten over het signaleren van loverboy-slachtofferschap in jeugdzorginstellingen.