De jeugdhulpverlening in Hoogeveen heeft hopeloos gefaald in de zorg voor de 8-jarige Sharleyne Remouchamps, die op 8 juni vorig jaar overleed na een val van haar flat. Dat stellen hoogleraar jeugdrecht Mariëlle Bruning en oud-kinderrechter Frans van der Reijt op basis van (politie)documenten en verslagen van hulpverleners die in het bezit zijn van ZEMBLA. Al in 2012, drie jaar voor haar noodlottige dood, waren bij de politie en de jeugdhulp- verlening meerdere meldingen bekend over verwaarlozing, huiselijk geweld en alcoholverslaving in de woning van de moeder van Sharleyne. In 2012 hadden hulpverleners voldoende redenen om in te grijpen, stelt Van der Reijt: 'Ik zou toen al zeker een ondertoezichtstelling hebben uitgesproken (…) dat is evident voor mij'. Hoogleraar Bruning: 'Er was alle aanleiding om zeer zorgvuldig onderzoek te doen (…). Dan zou er vanaf 2012 wettelijk toezicht op de veiligheid van het meisje zijn geweest'.
Onderzoek loopt nog
Na de dood van Sharleyne gold de moeder enige tijd als verdachte, maar het OM heeft de ware toedracht niet kunnen vaststellen. Het meisje woonde bij haar moeder, met haar vader had ze een omgangsregeling.
Op dit moment loopt nog steeds
een onderzoek
van de Inspectie Jeugdzorg, de IGZ en van de Inspectie Veiligheid en Justitie naar het handelen van de hulpverleners. De advocaat van de vader van Sharleyne wil dat het OM de zaak heropent en gaat de hulpverleners civiel aansprakelijk stellen voor het overlijden van Sharleyne. Desnoods
tot aan het Europees Hof. Mr. Poortman: '
We gaan de instanties hiervoor ter verantwoording roepen en hopen dat ze erkennen, met het schaamrood op de kaken, dat ze hebben gefaald'
. Volgens hoogleraar Bruning zal de rechter niet anders kunnen concluderen: '
De overheid heeft gefaald in de bescherming van dit meisje. Er is nooit een ondertoezichtstelling uitgesproken, de Raad voor de Kinderbescherming is er nooit bij betrokken en Veilig Thuis meldingen hebben niet tot onderzoek geleid. Ik denk dat het Europees Hof voor de Mensenrechten tot de conclusie zou komen dat Nederland hier echt gefaald heeft'
.
Meerdere meldingen
Uit de documenten, in handen van ZEMBLA, blijkt dat buurtbewoners, de politie, de vader en ook de woningstichting verschillende keren meldingen hebben gedaan. Meldingen over drankmisbruik door de moeder, huiselijk geweld en ernstige verwaarlozing van Sharleyne. In rapportages van de hulpverlening na 2012 wordt onder meer gesteld: “dat is geen veilige plek voor Sharleyne”, maar ook “veiligheid ligt in eerste instantie bij ouders” en “flatbewoners kunnen toezicht houden”. De hulpverleners hebben het meisje sinds 2012 maar één keer onderzocht. Hoogleraar Bruning: '
Het is
echt onbegrijpelijk hoe onzichtbaar dit kind is gebleven in een zaak waar er zulke serieuze meldingen waren (…). Woningbouwverenigingen houden zich doorgaans niet bezig met de veiligheid van kinderen. Dan moeten alle signalen op rood staan. Alle alarmknoppen aangezet worden om goed te gaan onderzoeken hoe het met het kind is gesteld
”. De zorgen over de veiligheid van Sharleyne houden aan tot haar dood in 2015.
Oud-kinderrechter Van der Reijt zegt over de hulpverlening: '
Ik ben verbijsterd door het dossier (…). De focus is op de ouders, de communicatie tussen de ouders. (…). Ik heb nergens gezien dat ze ook maar een stap naar het kind hebben gezet. Dat is dus een totaal falen'
.
Dramatische gevolgen
Het afgelopen jaar publiceerde de Inspectie voor de Jeugdzorg drie rapporten die vernietigend waren voor hulpverleners in
Amsterdam
,
Roelofarendsveen
en
Groningen
, omdat ze zich richtten op ouders maar nauwelijks bezig waren met de veiligheid van kinderen, met dramatische gevolgen. De vice-voorzitter van Jeugdzorg Nederland,
Jan-Dirk Sprokkereef wil niet inhoudelijk op de zaak Sharleyne reageren. Hij wil het rapport van de Inspectie afwachten. Sprokkereef erkent in ZEMBLA dat jeugdhulpmedewerkers soms veel te weinig oog hebben voor de belangen van het kind: '
Het grote dilemma is het wegkijken. Ik zeg het andersom: het monster in de ogen durven kijken. Er is iets vreselijks en dat moet je durven veronderstellen. (…) Kijk het in de ogen en onderzoek het.'
Niettemin stelt Sprokkereef dat drama’s in de jeugdzorg niet altijd te voorkomen zijn: '
We zullen ons toch ook moeten beseffen dat dit mensenwerk is.(…) Dit is het risico van het vak en dus moet je er alles aan doen om het te vermijden.(…) Helaas zullen we het niet kunnen voorkomen dat er ernstige dingen gebeuren met kinderen in de jeugdzorg. Ik denk dat die maakbaarheid er niet is.'