'Integriteitsregels politie moeten helderder'
31-03-2016
• leestijd 2 minuten
De regels die bij de politie gelden voor het aannemen van geschenken en het ingaan op uitnodigingen, zijn niet bij alle agenten bekend en niet voor alle medewerkers helder. Dit concludeert de Auditdienst Rijk in een rapport dat minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) woensdag aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.
Aanleiding voor het onderzoek waren Zembla-uitzendingen in ‘Wie is de mol‘ uit 2014 en 2015 waaruit bleek dat er ,,ongewenste contacten'' hadden plaatsgevonden tussen ICT-leverancier Ordina en ambtenaren van onder meer de Nationale Politie. Korpschefs van de politie, een officier van justitie en tal van andere topambtenaren van diverse ministeries lieten zich tussen 2005 en 2010 fêteren door ICT-leverancier Ordina. In die periode probeerden medewerkers van Ordina overheidsaanbestedingen te beïnvloeden door ambtenaren gunstig te stemmen met golfpartijen, diners en het bijwonen van sportevenementen als voetbalwedstrijden en het toenmalige Ordina Open-tennistoernooi. Een groot aantal topambtenaren ging in weerwil van geldende gedragscodes op de uitnodigingen van Ordina in.
De Minister van Veiligheid en Justitie heeft naar aanleiding van deze berichtgeving aan de Auditdienst Rijk gevraagd een onderzoek te laten uitvoeren naar de bekendheid van de integriteitsregels voor het aannemen van geschenken en het ingaan op uitnodigingen. De Auditdienst Rijk is ook gevraagd op basis van het onderzoek, waar wenselijk, aanbevelingen te doen.
Het rapport beveelt onder meer aan dat binnen het politieapparaat meer over dilemma's inzake integriteit wordt gesproken. Ook moet integriteit op een betere manier aan de orde komen in functionerings- en beoordelingsgesprekken.