Bijna een kwart van de bouwvakkers heeft moeten doorwerken tijdens de vorst. Dat blijkt uit een enquête van de FNV Bouw onder 800 leden.
Vorstverlet
Bouwvakkers hebben bij een gevoelstemperatuur van -6 graden Celsius het recht om buiten te stoppen met werken. De werkgever mag ze wel binnen laten werken. Het zogenoemde vorstverlet is vastgelegd in de CAO.
Angst baan te verliezen
Volgens Elvira Bos van de FNV kreeg de bond dagelijks telefoontjes van bouwvakkers: "Mensen durven vaak geen gebruik te maken van hun rechten, uit angst om hun baan te verliezen. Dat merk je vooral nu het crisis is."
Flexwerkers
Erger nog is het voor zzp-ers en oproepkrachten in de bouw. Tot voor kort werkten bouwvakkers in vaste dienst. Een baan voor het leven bestond nog. Maar werkgevers willen af van de vaste kracht, want die vinden ze te duur. Ze kiezen voor flexibele oplossingen en werken liever met zzp’ers en oproepkrachten.
Zij krijgen minder betaald en hebben hij geen recht meer op compensatie als er regen- of vorstverlet is.
Dit jaar duurde de vorstperiode zo'n tien dagen. Vorig winterseizoen was het langer koud. Toen lag het percentage bouwvakkers dat moest doorwerken ook iets hoger.