Logo Zembla
Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek

Antwoorden op kamervragen n.a.v. De Dioxinepaling

01-10-2010
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
de-dioxinepaling
1) Bent u bekend met de berichtgeving in het televisieprogramma Zembla (1) waarin gesuggereerd wordt dat in Nederland verkochte (rivier)paling meer dioxine bevat dan de Europese veiligheidsnormen toestaan?
 
Ja.
 
2) Kunt u laten weten hoe vaak de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) sinds 2007 paling heeft aangetroffen die teveel dioxine bevat? Is er in die periode ook geïmporteerde paling met een hoger dioxinegehalte dan de Europese veiligheidsnormen toestaan aangetroffen?
 
In de periode 2007 – 2009 zijn door de VWA incidenteel palingmonsters voor analyse op dioxine ingestuurd. De VWA adviezen zijn dan ook met name gebaseerd op onderzoek dat door IMARES en het RIKILT is uitgevoerd. Deze onderzoeken zijn openbaar.  
 
3) Kunt u uiteenzetten welk aandeel van de in Nederland verkochte paling afkomstig is uit de grote rivieren en de Biesbosch? Klopt het dat dergelijke paling verkocht wordt, en voor de consument niet te onderscheiden is van paling uit andere gebieden?
 
De in Nederland verkochte paling kan in Nederland gevangen of gekweekt zijn, of kan geïmporteerd zijn. Volgens de meest recente cijfers (uit 2008) zoals opgenomen in het Nederlands Aalbeheerplan wordt in Nederland in totaal circa 900 ton aal gevangen, waarvan circa 150 ton uit het rivierengebied. Sinds 2008 zijn de vangsten verder teruggelopen, o.a. vanwege het in 2009 ingestelde visverbod.
 
Dit jaar mag er tussen 1 september en 1 december niet op aal gevist worden. De VWA schat dat ongeveer 2% van de totale in Nederland op de marktgebrachte paling niet aan de norm voldoet. Het overgrote deel van de paling die voor consumptie verkocht wordt, is kweekpaling (aquacultuur). Verkopers van visproducten zijn verplicht aan te geven of het een gekweekt of gevangen product betreft. In de supermarkten verkochte paling is bijna altijd gekweekt. Op basis van uitwendige kenmerken is het echter voor een consument niet mogelijk om wilde paling afkomstig uit het rivierengebied te onderscheiden van wilde paling afkomstig uit andere gebieden.  
 
4) Kunt u uiteenzetten welk aandeel van de in Nederland verkochte paling geïmporteerd is?
 
Volgens informatie van het Landbouw Economisch Instituut wordt er per jaar zo'n 2.500 ton (wilde en gekweekte) paling geïmporteerd. Omdat er ook export plaatsvindt, is onduidelijk hoeveel van de import op de Nederlandse markt wordt afgezet.
 
5) Wat is uw reactie op de uitspraak ‘Deze paling is niet veilig om te eten’ van de toxicoloog R. Hoogenboom van het onderzoeksinstituut Rikilt?
 
Gezien het geringe percentage verontreinigde paling en het feit dat de gemiddelde consument zeer weinig paling eet, concludeert de VWA dat het risico voor de gemiddelde consument nagenoeg verwaarloosbaar is. Voor de liefhebber van wilde aal geldt echter het advies om wilde paling uit de rivieren niet langdurig te consumeren. Bij een consumptie van maandelijks meer dan 150 gram wilde paling uit het rivierengebied is na verloop van jaren een nadelig effect op de gezondheid niet uit te sluiten. Zwangere vrouwen en kwetsbare groepen dienen deze paling in het geheel niet te eten.
 
6) Wat is uw reactie op de uitspraak van de heer J. Schobbing, hoofd milieu van onderzoeksinstituut Imares ‘Het kan kanker veroorzaken, maar het effect op nakomelingen is het grootst’ over de gevaren van het eten van paling voor zwangere vrouwen en hun ongeboren kinderen?
 
Deze uitspraak is juist. Dioxines veroorzaken bij proefdieren leverkanker. De doseringen waarbij dat gebeurt zijn relatief hoog vergeleken met de doseringen die effecten veroorzaken op de ontwikkeling van embryo's. Daarbij moet gedacht worden aan een verlaagde spermaproductie, een vertraagde puberteit en een verminderd leervermogen. Al deze effecten wijzen op een verstoring van de hormoonhuishouding. Deze effecten zijn deels ook waargenomen bij mensen, die bij incidenten zijn blootgesteld aan hoge gehaltes dioxines. Dioxines hopen zich op in het lichaamsvet. Een verhoogde blootstelling op jonge leeftijd kan dus leiden tot verhoogde gehaltes in het lichaam op latere leeftijd. Dit resulteert bij zwangere vrouwen in een verhoogde blootstelling van de baby in de baarmoeder. De huidige blootstellingsnormen zijn dan ook gebaseerd op de effecten op het embryo en moeten voorkomen dat het lichaamsgehalte van vrouwen, die kinderen krijgen, boven de kritische grens komt.
 
 
7) Hoeveel Nederlanders eten regelmatig vervuilde (rivier)paling? Is er informatie bekend over de gezondheidswinst en schade van het regelmatig eten van paling, ten opzichte van een gemiddeld voedingspatroon zonder paling?
 
Het is niet bekend hoeveel Nederlanders regelmatig vervuilde rivierpaling consumeren. Er is veel wetenschappelijk onderzoek verricht naar de gezondheidseffecten van vis. Het algemene beeld is dat de positieve effecten van het eten van vis zwaarder doorwegen dan de eventuele negatieve effecten. Daarom adviseert het Voedingscentrum twee keer per week vis te eten, waarvan één keer vette vis. Er is geen specifieke informatie bekend over de gezondheidswinst en eventuele nadelige effecten van het regelmatig eten van paling ten opzichte van een gemiddeld voedingspatroon zonder paling.
 
8) Is het mogelijk om in te schatten of het eten van (vervuilde) Nederlandse (rivier)paling netto gezondheidswinst of verlies oplevert in termen van Disability Adjusted Life Years (DALY’s)?
 
Op basis van epidemiologische studies zijn er aanwijzingen dat consumptie van vis een aantal positieve effecten op de gezondheid heeft. Bij een consumptie van maandelijks meer dan 150 gram wilde paling uit het rivierengebied is na verloop van jaren een nadelig effect op de gezondheid niet uit te sluiten.  
 
9) Bent u bereid het dioxinegehalte van paling expliciet onder de aandacht te brengen bij de evaluatie van de Richtlijnen Goede Voeding in 2011 door de Gezondheidsraad?
 
Bij de herziening van de richtlijnen Goede Voeding betrekt de Gezondheidsraad de relevante ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaar en zal zij op basis daarvan herzieningen doen waar nodig. De ontwikkelingen rond dioxine in paling worden hierin meegenomen.
 
10) Heeft het VWA u geadviseerd over de wenselijkheid van een vangstverbod voor (rivier)paling, danwel een verkoopverbod? Kunt u een overzicht van alle adviezen die de VWA uitgebracht heeft over palingvangst en consumptie van de voorbije 3 jaar aan de Kamer doen toekomen, alsmede uw reactie hierop?
 
De VWA heeft LNV en VWS 14 maart 2007 geïnformeerd over de risico’s bij het
regelmatig consumeren van wilde paling uit het rivierengebied. Ik heb uw Kamer vervolgens geïnformeerd (brief 21501-32 Nr. 199). Tussen 2008 en 2009 heeft de VWA een traceringsonderzoek uitgevoerd naar de afzetkanalen van wilde paling. Dit onderzoek was nodig om de handhaving te optimaliseren. Op basis van dit onderzoek kan niet uitgesloten worden dat de verontreinigde paling relatief vaak op dezelfde punten ter verkoop wordt aangeboden. Daarom heeft de VWA het ministerie van VWS op 16 april 2009 een verbod geadviseerd op het in de handel brengen van paling als levensmiddel die gevangen is in de bekende risicogebieden (bijlage 1). In 2010 heeft de VWA geadviseerd een vangstverbod voor paling in de verontreinigde gebieden in te stellen (zie bijlage 2).

11) Klopt het dat de VWA in het licht van het dioxinegehalte van paling een vangstverbod  voorgesteld heeft? Zo ja, kunt u aangeven waarom een dergelijk verbod niet is ingesteld? Is de mogelijkheid van een dergelijk verbod besproken met het ministerie van VWS?
 
Ja, de VWA heeft de ministeries van VWS en LNV inderdaad geadviseerd om een vangstverbod in te stellen. LNV heeft u al eerder geïnformeerd (brief 29664/675 Nr. 13) dat de handhaving van de dioxinenorm geschiedt via de Warenwet. De bestaande regelgeving leent zich niet voor een vangstverbod. Ik ben met mijn collega van VWS in overleg om een goede oplossing te vinden. Het beleids-uitgangspunt hierbij is dat de paling die niet aan de norm voldoet niet op de markt komt en niet wordt gevangen. 

Volgende week vindt overleg plaats met het bedrijfsleven om afspraken te maken dat de paling uit de benedenrivieren niet meer op de markt komt. Ik zal uw Kamer binnen enkele weken informeren wat deze overleggen hebben opgeleverd en welke stappen LNV en VWS verder zullen zetten. Momenteel geldt er een aalvisverbod. Vervuilde paling kan derhalve nu niet op de markt komen.
 
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,
 
G. Verburg
Download de kamervragen + bijlagen hier

 
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.