Zonnepompen blijken een uitstekend middel om weidevogels in het voorjaar de helpende hand toe te steken. Deze pompen worden gebruikt voor het onder water zetten van stukken weide in het voorjaar en het creëren van zogenaamde plasdras-gebieden. Op dit soort plekken zien we dat weidevogels als kievit en tureluur het veel beter doen. Vogelbescherming Nederland financiert daarom ook dit jaar weer meerdere zonnepompen, want weidevogels kunnen alle hulp gebruiken.
Meer voedsel in drassig grasland
Een zonnepomp is een waterpomp die draait op zonne-energie. Bij elke pomp hoort dus ook een set zonnepanelen en een accu waarin stroom wordt opgeslagen. Met zo’n pomp wordt in het voorjaar water op weides gepompt, zodat er zogenaamde plasdras-stukken ontstaan. Dit zijn gedeeltes van het weiland die een klein stukje onder water lopen zodat er ondiepe plassen ontstaan. Zo ontstaat drassig grasland. En daar houden weidevogels van, want zo kunnen ze veel gemakkelijker en veel meer voedsel vinden. Bij vrijwel alle boeren met plasdras-weides neemt de tureluur toe en bij diverse boeren ook de slobeend.
Een andere manier van vernatting is het verhogen van slootpeilen in het broedseizoen. Onderzoek van Altenburg en Wymenga dat in opdracht van Vogelbescherming werd uitgevoerd liet de waarde van laag- en hoogwatersloten voor weidevogels glashelder zien. Behalve dat hoogwatersloten drie keer meer steltlopers en watervogels aantrokken dan laagwatersloten, werden er ook veel meer kievitgezinnen met kuikens gezien. Zonnepompen blijken dus zeer effectief te zijn.
Tekst: Chris-Jan van der Heijden, Vogelbescherming Nederland
Lees meer op
Natuurbericht.nl