'Vleesetende plant' klinkt misschien wat exotisch, maar de insectenverslindende zonnedauw komt ook gewoon in Nederland voor.
In Nederland komen drie soorten zonnedauw voor: ronde, kleine en lange zonnedauw. De eerste twee komen plaatselijk vrij algemeen voor, maar staan nog wel op de rode lijst. De laatste is aanzienlijk zeldzamer.
Spartaanse omstandigheden
Omdat de zonnedauw niet al zijn voedsel uit de bodem hoeft te halen, overleeft hij ook onder Spartaanse omstandigheden. Hij vult zijn menu immers aan met insecten. De bodem moet kaal, schraal en zelfs zuur zijn, zolang het maar vochtig is.
Druppels
De naam 'zonnedauw' heeft de plant te danken aan de druppels aan het einde van de tentakeltjes. Deze lijken een beetje op dauwdruppels, maar zijn erg kleverig en verdampen daarom niet in de zon.
Gebalde vuist
Komen insecten in aanraking met de druppels, dan blijven ze eraan vastplakken en beweegt de plant langzaam steeds meer tentakels in de richting van zijn slachtoffer. Binnen enkele uren kan een blad zich als een gebalde vuist volledig om zijn prooi hebben gesloten.
De tentakels bewegen zich langzaam naar het gaasvliegje toe. Fotograaf: gjbuter
Verteren
Hoe meer druppels hij aan het insectenlijf weet te hechten, hoe sneller dit vocht de prooi doet verteren. Als na een paar dagen de hele inhoud van het insect is verteerd, openen de blaadjes zich weer langzaam. Wat achterblijft zijn de glazige vleugeltjes en een verschrompeld zwart restje van de insectenhuid.
Video
In deze video van Ed Dekker vecht een langpootmug voor zijn leven. Hoe meer de mug beweegt, hoe vaster hij komt te zitten in de kleverige druppels van de zonnedauw.