Zonlicht in tropisch bos is de motor
• 24-11-2011
• leestijd 2 minuten
Tropische bossen herbergen honderden boomsoorten op een enkele hectare maar onduidelijk is hoe die diversiteit tot stand komt. Een recente studie laat zien dat Boliviaanse boomsoorten kunnen samenleven omdat ze een eigen niche innemen. De onderzochte soorten reageren allemaal anders op variatie in licht- en waterbeschikbaarheid, omdat ze verschillen in fysiologische eigenschappen. Essentieel voor de diversiteit is dat veel soorten onder bepaalde omstandigheden beter presteren dan alle anderen.
In de studie zijn veel fysiologische eigenschappen zoals bladoppervlak, houtmassa, fotosynthesecapaciteit, bladwaterpotentialen en weerstand op watertransport gemeten aan tropische boomsoorten uit Boliviaans bos. Ook berekenden de onderzoekers met een fysiologisch model hoe hard de soorten kunnen groeien onder verschillende combinaties van water en licht. Uit de simulaties blijkt dat soorten zich specialiseren voor verschillende lichtniches, doordat ze verschillen in hun bladproductie en fotosynthese capaciteit in het blad. De soorten verschillen ook in de gevoeligheid van huidmondjes op droogte, en daardoor in hun waterverbruik, maar dit leidt niet tot specialisatie voor droge of natte plekken in hetzelfde bos.
De onderzoekers concluderen dan ook dat licht, zelfs in relatief droge tropische bossen, de grote motor is voor nichespecialisatie van soorten, en daarmee een belangrijkere factor is dan water voor het naast elkaar voorkomen van verschillende soorten.
Dit betreft een van de eerste studies waarbij fysiologische plantenmodellen ingezet zijn om plantenkenmerken op te schalen naar de groei en overleving van verschillende soorten, om zo de rijkdom aan boomsoorten in tropisch bos te verklaren. In de toekomst zullen deze modellen ook ingezet worden om de verspreiding van plantensoorten langs vegetatie- en klimaatgradiënten te verklaren.
Publicatie: Functional traits determine trade-offs and niches in a tropical forest community. Frank Sterck, Lars Markesteijn, Feike Schieving, en Lourens Poorter. PNAS, 22 november 2011.
Bron: Wageningen UR