Zodra het weer zonnig en niet te koud is komen overwinterende vlinders snel tevoorschijn. Een van de meest opvallende is de citroenvlinder. De prachtig felgele mannetjes zijn van tientallen meters afstand te herkennen als ze patrouilleren langs de bosrand. Vrouwtjes zijn onopvallender omdat ze veel stil zitten en groenig wit van kleur zijn.
Er zijn dit jaar al meer dan honderd meldingen van de citroenvlinder, maar de piek is de komende drie tot vier weken te verwachten. Daarvoor zal de temperatuur boven de tien graden moeten stijgen en er moet zon zijn, zodat de vlinders, door te zonnen, hun lichaamstemperatuur tot de optimale 30 graden Celsius kunnen verhogen. Citroenvlinders zijn te vinden in bosachtige streken, maar vliegen ook middenin de stad in tuinen en parken. Ideaal voor de vlinder is open zonnig bos met sporkehout. Deze boom, ook wel vuilboom genoemd, is een belangrijke voedselplant voor de rups.
Hoewel de temperatuur dit voorjaar relatief hoog was zijn er nog niet extreem veel citroenvlinders te zien geweest. De vlinders hebben een combinatie nodig van hoge temperaturen, met voldoende zonneschijn.