Zomervlinders blijven wat achter
• 12-08-2010
• leestijd 2 minuten
Het aantal vlinders blijft deze zomer wat achter op het gemiddelde vanaf 1990. Vooral bruin zandoogje en zwartsprietdikkopje doen het slecht dit jaar. In het voorjaar vlogen de vlinders nog beter dan het gemiddelde.
Op meer dan 800 locaties in Nederland tellen vrijwilligers wekelijks vlinders. Dit gebeurt op vaste routes, en tijdens goede weersomstandigheden. Veel routes worden al vele jaren op dezelfde manier geteld waardoor we een goed overzicht van de vlinderstand hebben. Afgelopen voorjaar vlogen er meer vlinders dan normaal, met uitzondering van de natte en koude eerste helft van mei.
Na de gebruikelijke dip begin juni blijven de aantallen zomervlinders achter op het langjarig gemiddelde. Dat komt vooral doordat twee soorten het (veel) slechter doen dan normaal: het bruin zandoogje en het zwartsprietdikkopje. Met de laatste soort gaat het al jaren matig tot slecht, maar als de tekenen ons niet bedriegen zou dit wel eens het slechtste jaar voor het bruin zandoogje ooit kunnen worden. Natuurlijk vliegt hij op veel plekken, maar waar je er vorig jaar tientallen zag, zie je er nu enkele. De twee genoemde soorten zijn normaal gesproken in grote aantallen aanwezig en hun achteruitgang heeft dan ook duidelijk effect op het totaalbeeld. Ook het klein geaderd witje is wat minder talrijk dan normaal.