In 1982 kwamen in ons land de eerste grote grazers binnen. Een kleine kudde Schotse Hooglanders werd losgelaten op de Veluwezoom en de eerste koniks kwamen vanuit Polen naar het Groningse landgoed Ennemaborg. Daarna volgden honderden andere gebieden waar grote grazers hun intrede deden, van de Millingerwaard langs de rivieren, de Hellegatsplaten in de Delta tot in het hoge noorden op Schiermonnikoog.
Variatie
Oorspronkelijk kwamen in West-Europa tienduizenden plant- en diersoorten voor. Die variatie was voor een groot deel te danken aan begrazing door grote planteneters als herten, paarden, zwijnen, runderen en hun voorlopers. Deze natuurlijke begrazing droeg bij aan de grote variatie in landschappen: graslanden, ruigtes, struwelen, bossen en alle overgangen daartussen.
Deze natuurlijke, begraasde landschappen hebben vrijwel overal het veld moeten ruimen voor een versnipperde lappendeken van weilanden, akkers en productiebossen. Ook de wilde grote grazers verdwenen uit het landschap.
Herintroductie
Nu wordt er sinds 1982 door de herintroductie van onder andere Exmoorpony’s, Galloway’s en waterbuffels in allerlei verschillende natuurgebieden in ons land gewerkt aan het herstel en behoud van de biodiversiteit in deze gebieden. Een van hun hoofdtaken is de gebieden open te houden.