Op Nederlandse bodem duurzame energie opwekken is goedkoper dan het importeren van duurzame energie. Dat blijkt uit onderzoek van Ecofys, in opdracht van Natuur & Milieu. Op dit moment zou Nederland wel duurzame energie kunnen inkopen bij andere EU lidstaten maar alleen tegen hoge marktprijzen. Het onderzoek liet ook zien dat de doelstelling uit het regeerakkoord om tot 2020 16 procent duurzame energie in te zetten haalbaar is mits nieuwe energietechnieken snel worden toegepast en de energiebesparing versterkt wordt.
Hoge marktprijzen
Volgens de schatting van Ecofysis zal geïmporteerde duurzame energie 5 tot 10 eurocent per kWh kosten. Deze range is ongeveer vergelijkbaar met de huidige kosten voor het opwekken van windenergie. De prijs voor import-energie zal tot 2020 echter nog gaan stijgen omdat alle landen die tot dan nog niet aan de EU-normen voldoen duurzame energie willen gaan inkopen. Ron Wit van Natuur & Milieu: "Misschien is de kostprijs van groene stroom in het buitenland wel lager (in een land als Zweden kun je goedkoper een windmolen neerzetten), maar de marktprijs kan stukken hoger liggen: die wordt gewoon door vraag en aanbod bepaald".
Risico's en kansen
Het ontwikkelen van projecten voor duurzame energie kan jaren duren. Het aanleggen van een windpark op zee bijvoorbeeld kost gemiddeld 6 jaar. Daarom wordt het voor Nederland ook hoog tijd om een aantal belangrijke beslissingen te nemen op dit gebied als het onafhankelijk wil blijven van de import. Op dit moment lopen we namelijk nog achter de EU-normen aan. Naast het uitblijven van de financiële risico's levert een duurzame energie-infrastructuur nieuwe banen en innovaties op.