Deze week in Zelf Geschoten: Een egel, een koereiger, spelende eekhoorns, en veenmol en een Meriansborstelrups. In Zelf Geschoten laten we elke week de mooiste filmpjes zien die jullie hebben ingestuurd.
De koereiger
De koereiger nestelt vaak in gezelschap van andere reigersoorten en dankt zijn naam aan het feit dat hij vaak in groepjes het vee op de weide vergezelt. Grazend vee jaagt vaak insecten, kikkers, muizen en andere kleine dieren uit hun schuilplaats die de vogel graag eet. Soms kan je hem ook op de rug van grazende zoogdieren terugvinden.
In het broedseizoen verandert de koereiger van kleur. De snavel wordt oranjegeel, de poten worden lichter en de veren van kruin, borst en mantel verkleuren oranje.
De koereiger heeft een enorm groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op uitsterven uiterst gering. De grootte van de populatie wordt wereldwijd geschat op 3,8 tot 7,6 miljoen exemplaren en gaat nog in aantal vooruit. Ondanks deze aantallen zie je de koereiger in Nederland zelden. Hij wordt hier als zeldzame vogel en onregelmatige broedvogel beschouwd.
De veenmol
De veenmol is een heel bijzondere krekel die kan graven én kan vliegen! Net zoals de mol graaft hij met zijn grote voorpoten en opvallende klauwen gangen in de grond. Hij leidt een verborgen bestaan omdat hij vooral ondergronds te vinden is. Daar eet hij niet alleen insecten, maar ook plantenwortels en –delen. Dat maakt dit grote insect niet geliefd bij tuinders.