Een aalscholver als een torpedo door het water, ingewikkelde seks bij aardslakken en een draaihals op mierenjacht. Dat en meer deze week in Zelf Geschoten.
Pluimvoetbij is een harde werker
De meeste bijen graven niet heel diep, maar de broedgangen van de pluimvoetbij kunnen wel 70 cm diep worden. “En dat is dan ook een hele klus, waarmee het vrouwtje gemakkelijk een hele dag zoet kan zijn”, zegt insectendeskundige Frans van Alebeek. Eerst graaft ze een hoofdgang naar beneden en onderin deze gang creëert ze een aantal zijgangen. Deze zijgangen leiden naar aparte kamertjes, de zogenoemde broedcellen. De broedcellen vult ze met bolletjes van stuifmeel, waarop ze haar eitjes legt. Elke broedcel krijgt een apart bolletje stuifmeel, goed voor slechts één eitje. En daar is ze ook wel even mee bezig. “Voor het verzamelen van het stuifmeel moet ze heel vaak heen en weer vliegen. Voor één bolletje vliegt ze wel een tiental keer op en neer”, zegt Van Alebeek. Voor het verzamelen van het stuifmeel komen haar harige poten van pas, die haar ook helpen bij het graven van haar gangen.