Zelf Geschoten _10_11_2015

Een gladde slang kruipt de grond in voor zijn winterslaap, een fazant neemt een uitgebreid zandbad en een sluipwesp zet haar eitjes af. Dat en meer deze week in Zelf Geschoten.
 
Sluipwesp leeft van andere insecten
 
Ongeveer een kwart van alle Nederlandse insectensoorten is sluipwesp. Ze zijn er dan ook in verschillende soorten en maten. Anders dan velen denken, zijn sluipwespen geen parasieten, maar parasitoïden.
 
Parasitoïden doden hun gastheer en parasieten, zoals teken vlooien en mijten, doen dat niet. De sluipwesp is zo’n ‘moordenaar’ en leeft van een ander, meestal onvolwassen, insect. Het begint bij het vrouwtje, die met haar legboor eitjes afzet in of op de gastheer.  
 
Ephialtes soort
De Ephialtes soort is een groep van sluipwespen die leeft van de larven van onder andere houtwespen en boktorren. “Deze larven bevinden zich in (dood)hout. De sluipwespen zijn in staat om geuren en trillingen van die larven in het hout waar te nemen en boren dan met hun ragfijne legboor met veel moeite en geduld door het hout heen totdat zij die larve bereiken”, vertelt dr. ir. Frans van Alebeek van de Wageningen UR. De legboor is een soort naaldje, dat normaal veilig en beschermd zit opgeborgen in de legboor-schede aan haar achterlijf, maar tijdens het afzetten van de eitjes is uitgeklapt. “Hiermee legt ze een ei in de larve, en na verloop van tijd wordt die larve van de boktor of houtwesp van binnenuit opgegeten door de larve van de sluipwesp. Meestal leeft de boktorlarve nog lang genoeg om een uitgang uit de dode boom te knagen. Zo kan de wesp nog met de hulp van haar halfdode gastheer uit het hout ontsnappen”, zegt van Alebeek.
 
Deze soort sluipwesp is nog lang in de nazomer actief en je kunt er nu dus nog best een tegenkomen. Van Alebeek: “Zo zag ik van de week een Ephialtes manifestator. Het is een Ephialtus soort die je in tuinen kunt vinden rond bijenhotels. Ze leven van verschillende soorten solitaire bijen die in bijenhotels leven, zoals metselbijen en tronkenbijen.”