Zeldzame grote gerande oeverspin ontdekt in waterloopbos

Eerste keer in Flevoland
Een vrijwilliger van Natuurmonumenten heeft in het Waterloopbos een groep grote gerande oeverspinnen ontdekt. Goed nieuws, want dit betekent dat de waterkwaliteit in dit bos uitstekend is. Het is voor het eerst dat deze spinnensoort in Flevoland is gezien. Wel leeft de spin in de nabijgelegen gebieden De Wieden en De Weerribben (Ov) en in de Rottige Meenthe (Frl). Deze spinnensoort staat op de internationale Rode Lijst van bedreigde diersoorten.

Zeven nesten
Vrijwilliger Gerard Eggens ontdekte de zeldzame spinnen vorige maand tijdens een inventarisatie van libellen- en vlindersoorten in het Waterloopbos. Natuurmonumenten vroeg spinnendeskundige Van Helsdingen van Naturalis in Leiden naar deze geleedpotigen te kijken. Hij kon inderdaad bevestigen dat het om de grote gerande oeverspin gaat. Op het moment van zijn bezoek waren zeker zeven nesten van de spin te zien.

Nederland belangrijk
Volgens Van Helsdingen is Nederland een belangrijk land voor het voortbestaan van de grote gerande oeverspin. Op veel plaatsen in Europa, ook in ons land, zijn ze verdwenen door verslechterde waterkwaliteit of ontgonnen laagveen- en moerasgebieden. Natuurmonumenten is trots dat deze spinnensoort nog te vinden is in haar natuurgebieden. Daarom zal Natuurmonumenten ervoor zorgen dat er voldoende schoon water met een brede oeverbegroeiing blijft bestaan, om zo bij te dragen aan het voortbestaan van deze bedreigde oeverspin.

Grote gerande oeverspin
De grote gerande oeverspin is bruinachtig tot zwart van kleur en heeft gele randen aan weerszijden van het lichaam. Een volwassen exemplaar wordt, met de poten meegerekend, vijf tot zes centimeter groot. De soort hoort tot de familie van de prachtspinnen die op hun prooi jagen in plaats van die te vangen in een web. Zoals de naam aangeeft, komt de spin vaak voor aan de waterkant waar ze jagen op waterdiertjes. Het water moet van goede kwaliteit zijn, zodat er veel waterdiertjes in leven. Deze vormen het voedsel van de grote gerande oeverspin.

Kraamweb
De vrouwtjesspinnen dragen hun eitjes in een cocon onder hun lichaam. Voordat de spinnetjes uitkomen, maakt het vrouwtje die vast aan lage vegetatie. Ze weeft er een soort tent van los spinsel omheen, het kraamweb. Daarna opent ze de cocon gedeeltelijk en houdt de wacht, om de uitkomende spinnetjes zonodig te verdedigen. Overigens worden de honderden spinnetjes die uit de eieren komen, lang niet allemaal volwassen. Een flink aantal wordt opgegeten door broer of zus.

Foto: Jan van der Geld
Bron: Natuurmonumenten