In de 19e eeuw waren blauwgraslanden heel algemeen in Nederland. Er waren honderdduizenden hectare van deze voedselarme graslanden. Anno 2014 is er nog maar 30 hectare van over: 99,9 % is dus verdwenen.
In de buurt van Groesbeek, in natuurgebied De Bruuk, bevindt zich nog een groot deel van deze inmiddels zeldzame bloemrijke graslanden. In De Bruuk komen alle plantensoorten voor die kenmerkend zijn voor blauwgrasland: onder meer gevlekte orchis, spaanse ruiter en welriekende nachtorchis. "Dit natuurtype staat voor milieukwaliteit, blauwgraslanden bestaan bij de gratie van veel en schoon water", zegt bioloog Henny Brinkhof.