Jan-Andries van Franeker, bioloog van onderzoeksinstituut Alterra op Texel, begon als teller, maar doet inmiddels al vele jaren onderzoek aan noordse stormvogels. Aan de hand van de maaginhoud van dode vogels ontdekte hij dat de Noordzee ernstig verontreinigd is met plastic en ander afval.
Zwerfvuil
De hoeveelheid plastic in de magen van op de Nederlandse kust aangespoelde stormvogels hangt samen met de hoeveelheid zwerfvuil in de Noordzee. De belangrijkste bronnen van zwerfvuil (waaronder plastics) in de Noordzee zijn vrachtvaart, visserij, recreatie en offshore-industrie. Ook wordt zwerfvuil vanaf land aangevoerd door wind en rivieren. Noordse stormvogels leven op zee en pikken plastic en ander zwerfvuil op dat op het water drijft. Het plastic blijft in de maag zitten en kan onder andere leiden tot verminderde eetlust en beschadigingen van de maagwand.
Dit is een aspect waaronder zeevogels te lijden hebben. Ze worden ook slachtoffer van olieverontreiniging, overbevissing en in andere delen van de wereld door de langelijnvisserij. Carla van Lingen (Vroege Vogels) en Hans Peeters (Vogelbescherming) staan met Jan-Andries van Franeker voor dag en dauw op de telpost van de Hondsbossche Zeewering.