natuur als gevolg van de verdieping van de Westerschelde in 1995
terugwint. Ontpolderen is daarvoor geen verplichting.
Dat heeft
de Europese Commissie laten weten aan PvdA-Europarlementariër Dorette
Corbey. Zij had vragen gesteld aan de commissie omdat ze vindt dat de
provincie Zeeland het ten onrechte deed voorkomen alsof ,,ontpolderen
moest van Brussel''.
Dat is volgens Corbey dus niet het geval.
Zeeland kan ook alternatieven benutten. De Europese Commissie geeft in
haar antwoorden aan Corbey aan dat in het bijzonder de optie om het
Volkerak/Zoommeer weer terug te geven aan de getijdenwerking bekeken
kan worden.
De Westerschelde werd in 1995 verdiept om toegang
tot de haven van Antwerpen te garanderen. In het kader van de Europese
Vogel- en Habitatrichtlijn was het aan Nederland om het verlies aan
natuurwaarden te compenseren. De provincie moet in totaal 300 hectare
aan nieuwe natuur creëren. Begin vorig jaar wees Zeeland vijf polders
aan die onder water gezet kunnen worden. Dat leidde tot grote commotie
onder boeren en bewoners van die gebieden.
Daarom besloot de
provincie onderzoek te laten doen door een commissie onder leiding van
Floris Maljers. Daaruit bleek eind vorig jaar dat het beste alternatief
voor ontpoldering van de gebieden rondom de Westerschelde, het onder
water zetten van het zuidelijk deel van de Braakmanpolder (ten westen
van Terneuzen) is.
De zuidelijke Braakmanpolder in
Zeeuws-Vlaanderen bestaat uit droog natuurgebied, bossen en
landbouwgrond. Het gebied is ongeveer 375 hectare groot. Er zijn acht
agrarische bedrijven gevestigd en er staat een woning. De meeste grond
is in handen van de overheid.
Bron: ANP