Jaarlijks komen er in het najaar een klein aantal halfvolwassen zeekatten naar Oosterschelde om te paren en hun eitjes af te zetten. Het is niet zeker of deze tweede lichting de winter zal overleven.
Spectaculair natuurfenomeen
April tot juni is traditioneel het seizoen dat zeekatten (Sepia officinalis) in grote aantallen naar onze kust trekken om zich hier voort te planten. Het is een fenomeen waar alle sportduikers naar uitkijken en er dan ook volop van genieten. De zeekatten die hier dan naar toe trekken zijn circa 30 tot 45 centimeter lang, bijna twee jaar oud en hebben hiervoor twee winters lang op de Noordzee en de rand van de Atlantische Oceaan geleefd. De jongen komen na een aantal weken uit de eitjes, groeien hier gedurende de zomer op tot dieren van circa tien centimeter en trekken voor de winter naar de Noordzee, om er op hun beurt weer anderhalf jaar te vertoeven.
Slechte kans op overleven
Opvallend genoeg zien we ook jaarlijks in september en oktober zeer kleine aantallen zeekatten van circa twintig centimeter en dus van slechts anderhalf jaar oud in de Oosterschelde verschijnen. De paring is op video vastgelegd en er zijn ook verse Sepia-eitjes gevonden. Deze eitjes zijn opvallend veel kleiner dan de eitjes die de grotere dieren normaal in het voorjaar afzetten. Het is maar de vraag of deze embryo’s bij de dalende watertemperatuur nog zullen ontwikkelen en uit de eitje gaan komen. En als dat al gebeurt zullen de juveniele Sepiaatjes zeer waarschijnlijk de winter en een mogelijke trek naar de Noordzee toch niet overleven.