Zeehart, paardenoogboon en knikkernoot: tropische drijfzaden die héél af en toe aanspoelen op de Nederlandse kust. Gerhard Cadée heeft een verzameling van honderden zaden, waarvan hij er overigens slechts drie zelf heeft gevonden. Andrea gaat met hem naar de Mokbaai, waar het zaden verzamelen jaren geleden begon.
Drijfzaden zijn zaden die specifiek zijn gemaakt om door water te worden getransporteerd. Een boom groeit langs de kust, het zaad valt in zee, wordt door de Golfstroom naar hier gebracht en spoelt aan op de Noordzeekust. Het is overigens maar zeer zelden dat er op de Nederlandse kust een tropisch drijfzaad aanspoelt: er zijn slechts zo’n 50 vondsten gedocumenteerd. De laatste jaren neemt het aantal zoekers wel toe, en daarmee ook het aantal vondsten.
Er spoelen ook wel zaden aan die geen drijfzaden zijn in de ware betekenis van het woord. Kokosnoten en mangopitten bijvoorbeeld: tropische zaden die je aan het Nederlandse strand kunt vinden, maar het is gewoon overboord gekieperd scheepsafval.
Zelfs bij de ‘officiële’ drijfzaden is het maar de vraag of ze zelfstandig de oversteek hebben gemaakt. Het zijn decoratieve objecten en ze worden bijvoorbeeld ook gebruikt in kerststukjes of als kralen. Ze worden per schip aangevoerd en belanden onderweg of tijdens het overladen in zee.
Die onzekerheid over de herkomst is tegelijkertijd ook wel weer de charme van deze zaden. Het blijft puzzelen, en verzamelaars zien het als een soort detectivewerk. Wie zelf wil zoeken, moet dat doen in de hoogste aanspoellijn. Een strand waar het niet veel waait en stuift, is een goede zoekplaats. Een internationale website voor drijfzadenspeurders is
www.seabean.com.