Zebravinken zijn in staat om gesproken woorden van elkaar te onderscheiden. Gedragsbioloog Verena Ohms ontdekte tijdens onderzoek dat de vogelsoort het verschil tussen 'wit' en 'wet' kunnen horen. Dat onderscheid maken de zebravinken ook als de woorden door willekeurige en onbekende mensen van verschillend geslacht worden uitgesproken. Dat maakte de Universiteit Leiden maandag bekend.
Volgens de universiteit heeft de ontdekking van Ohms en haar collega's van het Duitse Max Planck Instituut gevolgen voor wetenschappelijke discussies over de menselijke spraak. Mensen kunnen woorden begrijpen die worden uitgesproken door een volstrekt onbekend persoon. Het is een voor de mens vanzelfsprekende eigenschap en essentieel voor onze onderlinge communicatie. Over de vraag of dit vermogen uniek is voor de mens of dat ook dieren spraakklanken kunnen onderscheiden, verschillen wetenschappers van mening.
Het onderzoek van Ohms toont aan dat dieren het vermogen hebben om fonetische geluiden te categoriseren. Het feit dat de zebravink niet is verwant aan de mens, maakt het resultaat nog opvallender, aldus Ohms.