Veel Europese zangvogels trekken in de winter naar het zuiden. Maar het blijkt dat ze dat niet alleen doen vanwege het vinden van voedsel. De zangvogels die naar bijvoorbeeld Afrika trekken, oefenen daar hun zang zodat ze in het broedseizoen meer succes hebben. Dit schrijft de Universiteit van Cambridge in het wetenschappelijk tijdschrift The American Naturalist.
Waarom?
Het gedrag van vogels die in de winter zingen is opvallend want zingen vraagt veel energie en kan roofdieren aantrekken. Daarnaast kunnen ze die tijd ook besteden aan het zoeken naar eten. Marjorie Sorensen van de Universiteit van Cambridge ging met haar team naar Zambia om dit gedrag te onderzoeken.
Verband
Het Britse onderzoeksteam onderzocht het gedrag van 57 soorten zangvogels die de winter doorbrengen op het zuidelijk halfrond. Daar ontdekten ze een sterk verband tussen hoe ingewikkeld de liedjes van de vogels waren en hoeveel ze zongen in de winter.
Uiterlijk
Ook ontdekten ze dat opvallend gekleurde zangvogels relatief weinig zingen in de winter. De wat fletsere vogels zoals de grote karekiet floten veel vaker. “Voor vogels met een complexe liedjes is de complexiteit belangrijk voor de voortplanting. Maar vogels met simpelere liedjes, bestaande uit een of twee noten, is dat minder belangrijk. En gaat het misschien meer om het uiterlijk van de vogel”, legt Sorensen uit.
Nuttig?
Maar helpt het oefenen in de winter echt? “Het zou kunnen dat de vogels geluiden in Afrika horen die ze verwerken in hun repertoire”, zegt Sorensen. Het is bijvoorbeeld gebleken dat de bosrietzanger tonen van Afrikaanse soorten overneemt en dit inzet in het broedseizoen. Maar Sorensen legt ook uit dat het zou kunnen dat ze in Afrika alleen hun eigen lied oefenen om gereed te zijn voor het broedseizoen.
Meer onderzoek
Erich Jarvis van Duke Universiteit in Durham, North Carolina, is nog niet helemaal overtuigd van het onderzoek. Hij denkt dat er niet genoeg bewijs is dat ’s winters zingen niet met territoriumdrift te maken heeft. Jarvis denkt dat er meer onderzoek gedaan moet worden naar de zang van een individuele vogel en of die verandert na de overwintering of niet.