Nieuw rapport over gevolgen klimaatwijzigingen in Europese zeeën
• 02-03-2007
• leestijd 2 minuten
Op 2 maart 2007 verscheen van dr. Katja Philippart van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) een nieuw rapport dat de vastgestelde en voorspelde gevolgen van klimaatwijzigingen in alle Europese zeeën behandelt. Als voorzitster van een in 2005 door de Marine Board van de European Science Foundation ingestelde werkgroep, zal dr. Philippart de inhoud van het rapport voor het eerst naar buiten brengen. Omdat de Marine Board vanaf dit voorjaar zal zetelen bij het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), zal dr. Philippart het eerste exemplaar overhandigen aan de heer Koen Verlaeckt, de kabinetschef ‘Wetenschap en Innovatie’ van de Vice-Minister President van de Vlaamse Regering en Vlaams Minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, mevrouw Fientje Moerman.
Zoals het onlangs verschenen rapport van het International Panel for Climate Change (IPCC 2007) al laat zien, warmt onze aardbol de laatste decennia in hoog tempo op, grotendeels als gevolg van menselijke activiteiten. Het Stern Report (2006) kwantificeerde eerder al het aan deze opwarming verbonden wereldwijde prijskaartje. Het nu voorliggende rapport van de Marine Board van de European Science Foundation (MB-ESF) - een Europees platform voor grensoverschrijdende samenwerking in marien wetenschappelijk onderzoek - zet de volgende stap specifiek voor de verschillende Europese zeeën. Wat zal de invloed zijn van klimaatwijziging in de Noordelijke IJszee, de Barentszee, de Oostzee, de NO-Atlantische Oceaan, de Noordzee, de Ierse Zee, de Golf van Biskaje, de opwellingszone langs de Iberische westkust, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee?
En wat blijkt nu? Zelfs de eerdere voorzichtige klimaatscenario’s zullen de ecosystemen van deze Europese zeeën al drastisch doen wijzigen. In de Noordelijke IJszee zullen de meest opvallende veranderingen plaatsvinden door het smelten van het zeeijs. Algemeen wordt in de open zeeën een noordwaartse verschuiving van de verspreidingsgebieden van de huidige soorten verwacht. De huidige Atlantische soorten zullen de meest noordelijke zeeën overnemen en subtropische soorten zullen veel meer gaan voorkomen in de zeeën van de huidige gematigde streken. Van de meer afgesloten zeeën zal de Oostzee door verhoogde rivierafvoeren gaan verzoeten. In de Middellandse Zee en de Zwarte Zee zullen de inheemse soorten al bij een lichte stijging van de watertemperatuur het moeilijk gaan krijgen, wat ruimte biedt voor een intocht van uitheemse soorten.
Nu de invloed van klimaatwijziging op onze zeeën onvermijdelijk is geworden, is het van groot belang om de te verwachten gevolgen snel beter te leren begrijpen om adequate beleidsmaatregelen te kunnen nemen. Vanuit de doelstelling van de MB-ESF om te adviseren over de noodzakelijke strategie van de Europese mariene wetenschappen, identificeert dit rapport de belangrijkste uitdagingen voor de wetenschap. Deze bevinden zich op het vlak van de monitoring van klimaatwijziging, de ontwikkeling van adequate graadmeters voor de veranderingen, en meer specifieke modellering.