Wouter Klootwijk: De zwarte haak

Father Kennedy, pastoor in Noord Ierland, hing zijn lange jurk in de kast om visserman te worden. Vissers dragen een broek en een trui.  
Father Kennedy vroeg het zijn bisschop die het aan de paus vroeg. Of het mocht.
Het is goed, zei de paus.
Father Kennedy liet het kerkewerk voor wat het was en ging op paling vissen. Niet zelf, dat niet, hij nam de leiding.
Visserlui in dorpen rond het meer Lough Naegh vingen al wel wat paling. Maar vaak hadden ze geen zin en liever whisky.
Het ging niet goed, vond de pastoor, de verloedering sloeg toe en de armoe schrijnde.
Hij nam de organisatie ter hand, richtte een cooperatie op van palingvissers en wist vissers uit de kroeg te krijgen, het water op.
Toen ging hij op reis. Door Nederland. Alle palingrokers van Nederland kent hij. Het zijn klanten van de Ierse cooperatie, die door Father Kennedy streng wordt geleid. Bijna alle paling uit het Ierse meer is voor Nederlandse rokerijen.
Dat we in Nederland zelden Ierse paling aantreffen komt doordat kooplui in vis de Ierse paling per ongeluk IJsselmeerpaling noemen.
Toch is er verschil. En dat zit hem in het haakje. In de kop van een paling uit Ierland zit een haakje. Soms wordt ook in Nederland met haken op paling gevist. Een lange lijn met zijlijntjes ligt op de bodem van het meer. Aan elk zijlijntje een haak, aan elke haak een aasvisje.
Zo gaat het soms in Nederland, zo doen ze het altijd in Ierland.
Nederlandse palingvissers gebruiken zilverkleurige haken. De Ieren zweren bij zwart. Wie in de kop van een gerookte IJsselmeerpaling een zwarte haak vindt weet dat hij in Ierland is gevangen.
Father Kennedy doet de paling die de vissers bij hem afleveren levend in een plastic zak met een schep ijs. Van dat ijs, zo gaat het verhaal, raken ze in zoiets als winterslaap of noem het coma.
Ze worden naar Belfast gereden en nemen daar het vliegtuig naar Amsterdam om in Harderwijk te worden doodgemaakt.
Maar die haak in hun keel.
Vinden de vissen dat niet vervelend, al die tijd onderweg? Dat vroeg ik Father Kennedy. Hij zegt van zichzelf dat hij meer van paling weet dan wie ook in de wereld. Maar dat van die haak? Dat weet ik niet, zei hij. Want pastoors, die gaan niet over het lijden van vissen.