Grote zaagbekken zijn te vinden in de diepere gebieden van dit natuurgebied. Ze duiken wel 6 tot 7 meter diep op zoek naar kleine visjes. Hun lange smalle snavel heeft gezaagde randen, vandaar de naam. Vrouwtjes zijn grijs met bruin, met een roodbruine kop, mannetjes bleekroze met een zwarte rug en een groene kop.
Brilduikers
Ook de brilduiker is te vinden in de diepere delen van de Biesbosch. De mannetjes hebben op de wangen een witte vlek, alsof er een knijpbril op zijn snavel zit. Staart en rug zijn zwart, het onderlijf en de flanken wit. Vrouwtjes zijn asgrijs gekleurd met een bruine kop en witte halsband. Opvallend aan de brilduiker is het wat puntige hoofd.
Nonnetje
Nonnetjes behoren ook tot de familie der zaagbekken. Het zijn zeer actieve eenden en goede duikers. Het mannetje is wit van kleur en heeft een witte kuif. Hij heeft zowel een zwarte rug als een zwarte streep op zijn achterkop en zijn flanken. Het vrouwtje heeft een kastanjebruine bovenkop en nek met een witte keel en wangen. De bovenkant van het lichaam is donkergrijs en de onderkant is witachtig.
Baltsen in de winter
Maar naast deze eenden zijn er nog tal van andere overwinteraars in de Biesbosch. Op stap met Thomas van der Es, boswachter in dit gebied, worden er zelfs nog jonge futen en balsende zeearenden waargenomen. Zelf in de winter is er nog genoeg leven in de Biesbosch brouwerij.
© fuut met jongen in de winter - fotograaf Thomas van der Es
Fuut met jongen in de winter - Fotograaf Thomas van der Es