Wind in de rug voor EU-plan hernieuwbare energie
• 28-02-2008
• leestijd 1 minuten
De plannen voor forse uitbreiding van hernieuwbare energie vallen goed bij de meeste lidstaten van de Europese Unie. Dat blijkt aan de vooravond van een eerste bespreking donderdag in Brussel.
De Europese Commissie had elk EU-land een doelstelling opgelegd. Nederland moet het aandeel duurzame energie verhogen van 2,4 procent in 2005 naar 14 procent van de energie in 2020.
Ministers van Energie van de EU-landen bespreken het plan donderdag de eerste keer. In vooroverleg hebben alleen België, Oostenrijk en enkele Oost-Europese landen geklaagd dat hun doelen te hoog gegrepen zijn. Waarschijnlijk zijn andere echter niet bereid tot nieuwe onderhandelingen.
De plannen voor meer windmolens, zonne-energie, waterkracht en dergelijke moeten de uitstoot van kooldioxide (CO2) in de unie verminderen. De alternatieve energie kan de EU ook minder afhankelijk maken van bepaalde leveranciers, zoals Rusland.
De unie als geheel wil uitkomen op 20 procent hernieuwbare energie in 2020. Nu is dat nog 8,5 procent. De lidstaten hoeven niet allemaal zelf hun land vol te zetten met windmolens en andere energie. Ze mogen ook zulke projecten 'kopen' in andere EU-landen. Ingewijden menen dat Nederland daartoe waarschijnlijk moet overgaan, omdat het doel van 14 procent dicht bij het maximaal haalbare ligt. Onzeker is echter of andere landen zulke energieprojecten over hebben. De Europese Commissie heeft ook nog niet gezegd wat de boetes zijn als een lid zijn doelen niet haalt.
Bron: ANP