Wind-energie op zee
• 16-07-2010
• leestijd 2 minuten
De ontwikkeling van windmolens in zee staat pas in de kinderschoenen. Volgens Chris Westra, directeur van We@sea, een projectbureau voor windenergie op zee, moet Nederland daarom flink in deze sector investeren. Is het niet voor het milieu dan wel voor onze economie, het levert namelijk duizenden banen op.
Dat staat in het programma ‘Wind op zee’ van We@sea dat eind juni is gepubliceerd en aan Haagse politici is aangeboden. Er wordt in het rapport opgeroepen te investeren in ecologie, recycling van windturbine materialen, opleiding & training en schone schepen. Ook zou er een Europese samenwerking tot stand moeten komen. Volgens Westra moet daarom binnen het nieuwe regeerakkoord windenergie op de Noordzee een grote rol spelen. ‘Alleen dan kan de Europese doelstelling van 20 procent duurzame energie in 2020 worden gehaald’.
De masthoogte van een windmolen is van 1975 tot 2010 opgelopen van 20 meter naar bijna 200 meter hoog. Dat is hoger dan de Euromast in Rotterdam. In Nederland zijn er op dit moment tweewindmolenparken in de Noordzee: een voor de kust bij Egmond aan Zee en een net buiten IJmuiden.
Er zijn plannen om in Zeeland, de Noordoostpolder, Urk en Groningen windmolens op land te bouwen. Zo moeten er in elf gebieden grootschalige windmolenparken komen, zodat de rest van Nederland kan worden ontzien. Dit stuit op weerstand bij mensen die spreken van ‘landschapsvervuiling’. Jan Mulder vecht bijvoorbeeld al jarenlang tegen de komst van zoveel windmolens in ons land. Westra verwacht dat in de nabije toekomst alle windmolens uiteindelijk op land zullen verdwijnen en alleen nog in zee zullen staan.