Wetgeving: paardensector niet in beweging te krijgen
• 17-09-2009
• leestijd 2 minuten
De Dierenbescherming heeft minister Verburg van LNV dringend verzocht te komen met wetgeving voor huisvesting, voeding, transport en trainingsmethoden van paarden. De Sectorraad Paarden (SRP), die van de minister de opdracht had met goede regelgeving te komen, blijkt namelijk na twee jaar huiswerk niet in staat zelf met een fatsoenlijk en concreet plan te komen.
Na twee jaar schrijven komt de sector nu met het stuk 'Welzijn in de Paardenhouderij'. De Dierenbescherming is onthutst over het gebrek aan visie en daadkracht in het plan. Ook ontbreekt het in het plan, waarin de Dierenbescherming nauwelijks is gekend, aan concreetheid. Wij vertrouwen erop dat minister Verburg, nu de Sectorraad Paarden het laat afweten, haar verantwoordelijkheid neemt zoals ze stelde in de Nota Dierenwelzijn (okt. 2007): “De sector komt binnen een jaar met een plan van aanpak om te komen tot de noodzakelijke welzijnsverbeteringen (huisvesting, voeding, transport en trainingsmethoden), waarbij ik inzet op een realisatie binnen drie jaar. Wanneer dit niet gebeurt, zal de overheid regels stellen.”
Duidelijke taal en de Dierenbescherming wil graag meedenken over deze regels. Zoals bekend voeren wij sinds maart 2009 campagne voor een beter welzijn van paarden. Dat is niet voor niets. Bij veel (potentiële) paardenbezitters is er volstrekt onvoldoende kennis over de juiste verzorging en huisvesting van hun dieren. Vanuit de paardenwereld heeft de Dierenbescherming veel steun voor deze campagne gekregen.
Cijfers
In Nederland worden ongeveer 400.000 paarden gehouden, bedrijfsmatig en als hobby. Van de dieren die uit hobby worden gehouden, krijgt minstens de helft onvoldoende beweging (ca. 100.000 dieren). Ook hebben zo’n 80.000 hobbypaarden geen of onvoldoende contact met soortgenoten, wat voor paarden als groepsdieren een grote kwelling is. Daarnaast behandelde de Inspectiedienst Dierenbescherming vorig jaar zo’n 2.200 meldingen over verstoord paardenwelzijn (30% van het totale aantal meldingen).
Bron: Dierenbescherming